Traduction de « hof drei » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

auslaufender Hof | Hof ohne Erben | verwaister Hof
landbouwbedrijf zonder aanwijsbare erven

Regelsteuerung mit drei Stromteilern | Regelsteuerung mit drei Überschaltdrosseln
spanningsregelaar met vier hulprails

3-FK-Träger | 3-Flugkörper-Träger | Drei-FK-Träger | Drei-Flugkörper-Träger
driepoot

trizyklisch | aus drei miteinander verknüpften Ringen bestehend
tricyclisch

Drei-Farben-Lichtzeichenanlage
driekleurige verkeerslichten

Drei-Punkt-Schloss
driepuntsslot

Drei-Richter-Kammer
drieledige kamer

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

1. entnimmt dem Bericht des Hofes, dass bezüglich der drei vom Hof in seinem Bericht für 2012 vorgebrachten Bemerkungen Korrekturmaßnahmen eingeleitet wurden und dass zwei der drei Empfehlungen mit dem Hinweis „abgeschlossen“ versehen sind, während eine als „nicht zutreffend“ bezeichnet wird;
1. maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat er voor de drie in het verslag van de Rekenkamer van 2012 geformuleerde opmerkingen corrigerende maatregelen zijn genomen en dat twee van de drie opmerkingen als "afgerond" aangemerkt zijn, en de derde als "niet van toepassing";

1. entnimmt dem Bericht des Hofes, dass bezüglich der zwei von ihm in seinem Bericht für 2011 vorgebrachten Bemerkungen, die in seinem Bericht für 2012 mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ versehen wurden, Korrekturmaßnahmen ergriffen wurden und beide Empfehlungen im Bericht des Hofes mit dem Hinweis „abgeschlossen“ versehen wurden; stellt des Weiteren fest, dass bezüglich der drei vom Hof in seinem Bericht für 2012 vorgebrachten Bemerkungen als Reaktion auf die Bemerkungen des Vorjahres zwei Korrekturmaßnahmen getroffen wurden, und dass die entsprechenden Bemerkungen nun mit dem Hinweis „abgeschlossen“ versehen sind, während eine Bemerkung mit dem Hinweis „nicht zutreffend“ versehen ist;
1. merkt op dat er ten aanzien van twee opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer van 2011 die in het verslag van 2012 nog als "openstaand" staan aangemerkt, corrigerende maatregelen zijn getroffen en dat bij beide aanbevelingen in het verslag van de Rekenkamer staat vermeld dat ze zijn "afgerond"; merkt bovendien op dat er ten aanzien van de drie opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer van 2012 twee corrigerende maatregelen zijn getroffen in reactie op de opmerkingen in het voorgaande jaar en dat die nu staan aangemerkt als "afgerond", terwijl bij een van de opmerkingen staat dat deze "niet van toepassing" is;

1. entnimmt dem Bericht des Hofes mit Genugtuung, dass bezüglich der drei von ihm in seinem Bericht für 2011 vorgebrachten Bemerkungen, die in seinem Bericht für 2012 mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ versehen wurden, Korrekturmaßnahmen ergriffen wurden und alle Empfehlungen im Bericht des Hofes für 2013 mit dem Hinweis „abgeschlossen“ versehen wurden; stellt des Weiteren fest, dass bezüglich der zehn vom Hof in seinem Bericht für 2012 vorgebrachten Bemerkungen Korrekturmaßnahmen ergriffen wurden und acht Bemerkungen nun als „abgeschlossen“ bezeichnet werden, während zwei Bemerkungen mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ versehen sind;
1. stelt op grond van het verslag van de Rekenkamer met voldoening vast dat naar aanleiding van de drie in het verslag van de Rekenkamer van 2011 geformuleerde opmerkingen die in het verslag van de Rekenkamer van 2012 als "lopen nog" aangemerkt waren, corrigerende maatregelen getroffen zijn en dat alle drie aanbevelingen in het verslag van de Rekenkamer van 2013 als "afgerond" aangemerkt zijn; merkt voorts op dat naar aanleiding van de tien in het verslag van de Rekenkamer van 2012 geformuleerde opmerkingen corrigerende maatregelen getroffen zijn en dat acht opmerkingen nu als "afgerond" en twee als "lopen nog" aangemerkt zijn;

1. entnimmt dem Bericht des Hofes, dass bezüglich zwei von ihm in seinem Bericht für 2011 vorgebrachten Bemerkungen, die in seinem Bericht für 2012 mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ bzw. „ausstehend“ versehen wurden, Korrekturmaßnahmen ergriffen wurden und eine Bemerkung im Bericht des Rechnungshofs mit dem Hinweis „abgeschlossen“ und eine mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ versehen wurde; stellt des Weiteren fest, dass bezüglich der vier vom Hof in seinem Bericht für 2012 vorgebrachten Bemerkungen als Reaktion auf die Bemerkungen des Vorjahres eine Korrekturmaßnahme getroffen wurde, sodass die entsprechende Bemerkung mit dem Hinweis „abgeschlossen“ versehen wurde, während die drei übrigen Bemerkungen mit dem Hinweis „im Gange befindlich“ versehen wurden;
1. maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat naar aanleiding van twee in het verslag van de Rekenkamer van 2011 geformuleerde opmerkingen die in het verslag van 2012 als "loopt nog" of "in behandeling" aangemerkt waren, corrigerende maatregelen getroffen zijn en dat één opmerking in het verslag van de Rekenkamer als "afgerond" aangemerkt is en de andere als "loopt nog"; merkt bovendien op dat er ten aanzien van de vier opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer van 2012 één corrigerende maatregel is getroffen in reactie op de opmerkingen in het voorgaande jaar en dat die opmerking nu in het verslag van de Rekenkamer als "afgerond" aangemerkt is, terwijl de andere drie opmerkingen als "loopt nog" aangemerkt zijn;

Der vorlegende Richter befragt den Hof zu einem Behandlungsunterschied, der sich aus dem zwischen der in Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches vorgesehenen Verjährungsfrist von zehn Jahren und der in Artikel 30 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 29. Juni 1981 vorgesehenen Verjährungsfrist von drei Jahren ergebe.
De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over een verschil in behandeling dat zou voortvloeien uit de vergelijking tussen de in artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verjaringstermijn van tien jaar en de in artikel 30, § 1, van de voormelde wet van 29 juni 1981 bedoelde verjaringstermijn van drie jaar.

Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 22. Juni 2010 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 23. Juni 2010 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung von Artikel 41 des Gesetzes vom 15. Dezember 2009 « zur Bestätigung verschiedener königlicher Erlasse, die kraft des Gesetzes vom 29. April 1999 über die Organisation des Elektrizitätsmarkts und des Gesetzes vom 12. April 1965 über den Transport gasförmiger und anderer Produkte durch Leitungen ergangen sind » (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 23. Dezember 2009): die « Electrawinds » AG, die « Electrawinds West-Vlaanderen » AG und die « Electrawinds Brugge » AG, alle drei mit Gesellschaftssitz in 8400 Ostende, John Cordierlaan 9.
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 juni 2010 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 juni 2010, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 41 van de wet van 15 december 2009 « houdende bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 december 2009) door de nv « Electrawinds », de nv « Electrawinds West-Vlaanderen » en de nv « Electrawinds Brugge », alle drie met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, John Cordierlaan 9.

Zusammen mit dem Hof schauten wir nach einer realistischeren Aufgabe für den Hof, wie vielleicht den Haushalt über einen Drei-Jahres-Zyklus abzudecken, statt jährlich, und baten den Hof darum, zu berücksichtigen, dass die meisten Kontrollsysteme der Kommission mehrjährig sind und damit sichergestellt sei, dass Fehler sich über einen längeren Zeitraum wieder ausgleichen.
Samen met de Europese Rekenkamer hebben we gekeken of de Rekenkamer een realistischer taak kan krijgen, bijvoorbeeld een begrotingscontrole eens in de drie jaar in plaats van jaarlijks. We hebben de Rekenkamer gezegd rekening te houden met het feit dat de meeste controlesystemen van de Commissie meerjaarlijks zijn, waardoor fouten in de loop van de tijd kunnen worden gecorrigeerd.

In diesen Rechtssachen hat der Staatsrat dem Hof drei präjudizielle Fragen zur Verfassungsmässigkeit von Artikel 10 des Gesetzes vom 12. Dezember 1997 gestellt, insofern er die besagten Erlasse bestätigt hat; diese Rechtssachen wurden unter den Nummern 1859 bis 1861 in das Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragen.
In die zaken heeft de Raad van State het Hof drie prejudiciële vragen gesteld over de grondwettigheid van artikel 10 van de wet van 12 december 1997 in zoverre het die besluiten bekrachtigde; die zaken zijn ingeschreven op de rol van het Hof onder de nummers 1859 tot 1861.

Die drei Kategorien von Personen seien in ausreichendem Masse vergleichbar, indem sie - wie der Hof in seinen Urteilen vom 10. Oktober 1991 und vom 13. Mai 1992 erkannt habe - alle drei zur Kategorie derjenigen gehörten, « deren Umsatz in engem Zusammenhang mit den von der Kranken- und Invalidenversicherung zu deckenden Ausgaben steht ».
De drie categorieën van personen zijn voldoende vergelijkbaar doordat zij, zoals het Hof heeft gezegd in zijn arresten van 10 oktober 1991 en 13 mei 1992, alle drie behoren tot de categorie van diegenen « wier omzetcijfer in nauw verband staat met de door de ziekte- en invaliditeitsverzekering gedragen uitgaven ».

Aus der prätorischen Beschaffenheit der angefochtenen Regel ergebe sich, dass kein einziger Vorwurf der Verfassungswidrigkeit gegen den eigentlichen Inhalt der drei im Wortlaut der Frage enthaltenen Bestimmungen des Strafprozessgesetzbuches formuliert werde - dies sei die Voraussetzung, damit die Rechtssache rechtmässig beim Hof anhängig gemacht werden könne -, doch dass dem Schiedshof die Frage nach der eigentlichen Sachdienlichkeit gestellt werde und im vorliegenden Fall nach der Übereinstimmung jener Merkmale mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, die der Kassationshof am Ende eines Auslegungsprozesses einer Einrichtung - dem Sachverständigengutachten in Strafsachen - geglaubt habe zuerkennen zu können, deren Vorhandensein lediglich in diesen drei Bestimmungen verankert sei.
Uit het pretoriaanse karakter van de betwiste regel vloeit voort dat geen enkele grief van ongrondwettigheid wordt geformuleerd tegen de eigenlijke inhoud van de drie bepalingen van het Wetboek van Strafvordering die in de tekst van de vraag zijn vermeld - die bepalingen dienden te worden vermeld om de zaak geldig bij het Hof aanhangig te maken - maar dat aan het Arbitragehof een vraag wordt gesteld over de intrinsieke relevantie en, in voorkomend geval, over de overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de kenmerken die het Hof van Cassatie, na afloop van een interpretatieproces, heeft menen te kunnen toekennen aan een instelling - het deskundigenonderzoek in strafzaken - waarvan het bestaan zonder meer wordt verankerd in die drie enkele bepalingen.