Vertaling van " ewr-abkommen dahin " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Abkommen über den Europäischen Wirtschaftsraum | EWR-Abkommen
EER-Overeenkomst | Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

EWR-Abkommen als Zweiparteien-Übereinkommen
de EER-Overeenkomst kent twee pijlers

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Ist Art. 10 des Anhangs I des am 21. Juni 1999 (1) in Luxemburg unterzeichneten Abkommens zwischen der Europäischen Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der Schweizerischen Eidgenossenschaft andererseits „über die Freizügigkeit“ mit den Anhängen I, II und III, den Protokollen sowie der Schlussakte dahin auszulegen, dass er auf den Ausschluss der gleichen Beschäftigung abzielt wie Art. 45 Abs. 4 AEUV und Art. 28 Abs. 4 EWR-Abkommen?
Moet artikel 10 van bijlage I bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, „over het vrije verkeer van personen” met de bijlagen I, II en III, met de Protocollen en met de Slotakte, ondertekend in Luxemburg op 21 juni 1999 (1), aldus worden uitgelegd dat het de uitsluiting van dezelfde betrekkingen beoogt als artikel 45, lid 4, VWEU en artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst?

Ist Art. 14 der Richtlinie 2003/109/EG (2) des Rates „betreffend die Rechtsstellung der langfristig aufenthaltsberechtigten Drittstaatsangehörigen“ dahin auszulegen, dass ein in einem anderen Mitgliedstaat Aufenthaltsberechtigter, wenn er nicht auf der Grundlage von Abs. 3 dieses Artikels von der Ausübung einer Erwerbstätigkeit ausdrücklich ausgeschlossen ist, uneingeschränkt Zugang zum belgischen Arbeitsmarkt erhält, einschließlich einer Beschäftigung, die in Belgien langfristig Aufenthaltsberechtigten auf der Grundlage von Art. 11 Abs. 1 Buchst. a oder Art. 11 Abs. 3 Buchst. a der genannten Richtlinie vorenthalten werden kann, oder einer Beschäftigung, von der auch EWR-Angehörige aufgrund von Art. 45 Abs. 4 AEUV oder Art. 28 Abs. 4 EWR-Abkommen ausgeschlossen werden können?
Moet artikel 14 van richtlijn 2003/109/EG (2) van de Raad „betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen” zo worden geïnterpreteerd dat in afwezigheid van een specifieke uitsluiting van de uitoefening van een economische activiteit op basis van het derde lid van artikel 14, een langdurig ingezetene van een andere lidstaat onbeperkt toegang krijgt tot de Belgische arbeidsmarkt, inclusief tot betrekkingen die op basis van artikel 11, lid 1, (a), of artikel 11, lid 3, (a), van richtlijn 2003/109/EG aan langdurig ingezetenen van België kunnen worden ontzegd of tot die betrekkingen waarvan ook EER onderdanen kunnen worden uitgesloten op grond van artikel 45, lid 4, VWEU of artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst?

Sind die Art. 6 und 7 des Beschlusses Nr. 1/80 vom 19. September 1980 (3)„über die Entwicklung der Assoziation, der von dem durch das am 12. September 1963 in Ankara von der Republik Türkei einerseits und den Mitgliedstaaten der EWG und der Gemeinschaft andererseits unterzeichnete und im Namen der Gemeinschaft durch den Beschluss 64/732/EWG des Rates vom 23. Dezember 1963 geschlossene, gebilligte und bestätigte Abkommen zur Gründung einer Assoziation zwischen der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft und der Türkei errichteten Assoziationsrat erlassen wurde“, dahin auszulegen, dass die Begriffe „jeder von ihm gewählten Beschäftigung im Lohn- oder Gehaltsverhältnis“, „jeder von ihnen gewählten Beschäftigung im Lohn- oder Gehaltsverhältnis“ und „jedes Stellenangebot“ auch jede Beschäftigung in der öffentlichen Verwaltung umfassen, oder gelten für die Anwendung dieser Vorschriften die Beschränkungen im Sinne von Art. 45 Abs. 4 AEUV und Art 28 Abs. 4 EWR-Abkommen oder die Beschränkungen im Sinne von Art. 11 der Richtlinie 2003/109/EG entsprechend?
Moeten artikel 6 en artikel 7 van besluit nr. 1/80 (3) van 19 september 1980„betreffende de ontwikkeling van de associatie, vastgesteld door de Associatieraad die is ingesteld bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand is gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije, welke op 12 september 1963 te Ankara is ondertekend door de Republiek Turkije enerzijds en de lidstaten van de EEG en de Gemeenschap anderzijds, en die namens de Gemeenschap is gesloten, goedgekeurd en bevestigd bij besluit 64/732/EEG van de Raad van 23 december 1963” zo worden uitgelegd dat de termen „iedere arbeid in loondienst naar zijn keuze”, „iedere arbeid in loondienst te hunner keuze” en „ieder arbeidsaanbod” ook alle betrekkingen in overheidsdienst omvatten, of gelden voor de toepassing van deze bepalingen bij analogie de beperkingen bedoeld in artikel 45, lid 4, VWEU en artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst of de beperkingen bedoeld in artikel 11 van richtlijn 2003/109/EG?

Ist Art. 7 des Beschlusses Nr. 1/80 dahin auszulegen, dass auch die Familienangehörigen eines türkischen Arbeitnehmers, die sämtliche Voraussetzungen dieser Vorschrift erfüllen, ungeachtet ihrer Staatsangehörigkeit Zugang zu jeder Beschäftigung in der öffentlichen Verwaltung haben, oder gelten für sie die Beschränkungen im Sinne von Art. 45 Abs. 4 AEUV und Art. 28 Abs. 4 EWR-Abkommen oder die Beschränkungen des Art. 11 der Richtlinie 2003/109/EG entsprechend?
Moet artikel 7 van besluit nr. 1/80 zo worden uitgelegd dat ook de gezinsleden van een Turkse werknemer die aan alle voorwaarden van die bepaling voldoen, ongeacht hun nationaliteit, toegang hebben tot alle betrekkingen in overheidsdienst, of gelden voor hen bij analogie de beperkingen bedoeld in artikel 45, lid 4, VWEU en artikel 28, lid 4, EER-overeenkomst of de beperkingen van artikel 11 van richtlijn 2003/109/EG?

Mögliche Konflikte, die dadurch entstehen können, dass innerstaatliche und EWR-Bestimmungen zur gleichen Zeit angewendet werden, sind nach dem EWR-Abkommen dahin gehend zu lösen, dass die durchgeführten EWR-Bestimmungen vorgehen.
In gevallen waarin zich conflicten zouden voordoen tussen de tenuitvoerlegging van het EER-recht en het nationale recht inzake staatssteun, heeft het EER-recht krachtens de EER-overeenkomst voorrang.

Mit den beiden anderen Beschlüssen wird Anhang IV (Energie) dahin gehend geändert, daß alle einschlägigen EG-Rechtsvorschriften in das EWR-Abkommen integriert werden, damit die erforderliche Rechtssicherheit und Einheitlichkeit gewährleistet werden kann.
De twee laatste besluiten behelzen de wijziging van Bijlage IV betreffende energie door het integreren van alle relevante communautaire wetgeving in de EER-Overeenkomst om de vereiste rechtszekerheid en homogeniteit te waarborgen.

Ziel dieses Beschlusses ist es, die Zusammenarbeit der Vertragsparteien dahin gehend auszuweiten, dass die Zusammenarbeit im Rahmen des Europäischen Jahres für aktives Altern und Solidarität zwischen den Generationen (2012) in das EWR-Abkommen aufgenommen wird.
Het besluit beoogt de samenwerking van de overeenkomstsluitende partijen uit te breiden met samenwerking in het kader van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) in de EER-Overeenkomst.