Der erste und der vierte Klagegrund bemängeln, dass Artikel 2 4° und 5° aus der Definition von « grünem Strom » die Elektrizität ausschliesse, die durch die Verbrennung des biologisch abbaubaren organischen Anteils von Abfällen erzeugt werde, oder diese Technik aus der Kategorie der Verfahren ausschliesse, bei denen eine erneuerbare Energiequelle verwendet werde.
In het eerste en het vierde middel wordt een grief aangevoerd tegen artikel 2, 4° en 5°, doordat elektriciteit geproduceerd door de verbranding van het biologisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen uit de definitie van « milieuvriendelijke elektriciteit » wordt uitgesloten of doordat die techniek uit de categorie van procédés die een hernieuwbare energiebron aanwenden, wordt uitgesloten.