Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dass verfallfrist einer städtebaugenehmigung wohl » (Allemand → Néerlandais) :

Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention befragt, insofern darin keine Aussetzung der Verfallfrist der Umweltgenehmigung während der Anhängigkeit der Nichtigkeitsklage beim Staatsrat vorgesehen sei, während in Artikel 4.6.2 § 1 Absatz 2 des Flämischen Raumordnungskodex vorgesehen sei, dass die Verfallfrist einer Städtebaugenehmigung wohl ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij niet voorziet in een schorsing van de vervaltermijn van de milieuvergunning tijdens het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State, terwijl artikel 4.6.2, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de vervaltermijn van een stedenbouwkundige vergunning wel wordt geschorst tijdens het beroep tot vernietiging bij de Raad voor Vergunningsb ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 159/2012 vom 20. Dezember 2012 hat der Gerichtshof geurteilt, dass angesichts der Merkmale der Globalgenehmigung « der wallonische Dekretgeber davon ausgehen [konnte], dass das Verfahren zur Erteilung oder zur Verweigerung der Globalgenehmigung sich von dem Verfahren unterscheidet, das zur Erteilung oder Verweigerung einer Städtebaugenehmigung führt ».

Bij zijn arrest nr. 159/2012 van 20 december 2012 heeft het Hof geoordeeld dat, gelet op de kenmerken van de unieke vergunning, « de Waalse decreetgever [vermocht] ervan uit te gaan dat de procedure voor de afgifte of de weigering van de unieke vergunning verschilt van de procedure die leidt tot de afgifte of weigering van een stedenbouwkundige vergunning ».


2° die Wohnung, für welche der Inhaber dinglicher Rechte seine Absicht, eine Sanierung, Umgestaltung oder Anpassung vorzunehmen, mit einer Städtebaugenehmigung, einem ausführlichen Kostenanschlag oder einer Beschreibung der Arbeiten nachweist, vorausgesetzt, dass diese Arbeiten innerhalb drei Monaten, nachdem der Inhaber der dinglichen Rechte den Nachweis gegeben hat, wirklich unternommen und weitergeführt werden.

2° de houder van zakelijke rechten erop bewijst dat hij van plan is ze te herstructureren, te renoveren of aan te passen, op vertoon van een stedenbouwvergunning, een uitvoerig bestek of een omschrijving van de werkzaamheden, voor zover deze werkelijk ondernomen worden binnen drie maanden nadat hij het bewijs heeft geleverd, en uitgevoerd worden.


« Verstößt Artikel 28 § 1 Nr. 1 des Dekrets vom 28. Juni 1985 über die Umweltgenehmigung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 16 und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Bestimmung keine Aussetzung der Verfallfrist der Umweltgenehmigung während der Anhängigkeit der Klage beim Staatsrat vorsehen würde, wodurch der Verfall der Umweltgenehmigung während des beim Staatsrat anhängigen Verfahrens eintreten kann, wobei es zusätzlich möglich ist, dass infolge dieses Verf ...[+++]

« Schendt art. 28, § 1, 1°, van het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 EAP bij het EVRM, in zoverre deze bepaling geen schorsing van de vervaltermijn van de milieuvergunning zou voorzien hangende het beroep bij de Raad van State, waardoor het verval van de milieuvergunning kan intreden hangende de procedure bij de Raad van State en met bijkomend de mogelijkheid dat ingevolge dit verval ook de gekoppelde stedenbouwkundige vergunning zou komen te vervallen op grond van artikel 5 van hetzelfde decreet, terwijl artikel 4.6.2 61, 3e ...[+++]


Der dritte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6190 ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung und gegen Artikel 6 der Richtlinie 92/43/EWG des Rates vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen (nachstehend: Habitatrichtlinie) sowie gegen Artikel 6 des Aarhus-Übereinkommens durch die Artikel 155, 226 und 390 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung, weil, abgesehen von der Ausnahme für Tätigkeiten, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur Folge haben, bei einer reinen Erneuerung einer Umgebungsgenehmigung oder Umwandlung einer ...[+++]

Het derde middel in de zaak nr. 6190 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en van artikel 6 van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna : Habitatrichtlijn) alsook van artikel 6 van het Verdrag van Aarhus door de artikelen 155, 226 en 390 van het Omgevingsvergunningsdecreet omdat, behoudens de uitzondering voor activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, bij een loutere hernieuwing van een omgevingsvergunning of omzetting van een milieuvergunning in een omgevingsvergunning geen verplichting zou gelden tot het uitvoeren van een project-MER en ook geen passende beoordeling zou moeten ...[+++]


a) die Abtretung eines oder mehrerer bebauten oder nicht bebauten Lose, die völlig oder teilweise zu Wohnzwecken oder zu einer nebensächlichen Wohnfunktion bestimmt sind, gemäß den in der Städtebaugenehmigung festgelegten Grenzen, unter der Voraussetzung, dass die in Artikel D.IV.74 erwähnte Bescheinigung vorher ausgestellt wurde; wenn das Los nicht bebaut ist, muss sich die Abtretung entweder aus dem Verkauf nach Plan eines Gutes ...[+++]

a) de afstand van één of meerdere al dan niet bebouwde kavels die geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor de woning of voor een bijkomende functie van de woning, in overeenstemming met de in de vergunning bepaalde beperkingen en voor zover het in artikel D.IV.74 bedoelde attest voorafgaandelijk afgegeven is; indien de kavel onbebouwd is, moet de afstand voortvloeien uit een verkoop op plan van een goed in staat van toekomstige voltooiing of van een goed in niet-winddichte ruwbouw, ofwel vergezeld gaan van een uitdrukkelijke verbintenis van de overdrager om de stedenbouwkundige vergunning voor een groep van bouwwerken op de betrokken ka ...[+++]


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren a. In seinem Urteil vom 8. Mai 2015 in Sachen Michel Michiels gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 1. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Löwen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 57 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in Verbindung mit Artikel 197 Absatz 2 desselben Gesetzbuches in der durch Artikel 28 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem in ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging a. Bij vonnis van 8 mei 2015 in zake Michel Michiels tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, gelezen in samenhang met artikel 197, tweede lid van ditzelfde Wetboek zoals gewijzigd door artikel 28 van de Programmawet van 19 december 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat, wanneer de uitgaven verme ...[+++]


». b. In seinem Entscheid vom 24. Juni 2015 in Sachen Robert Peeters gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 18. August 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 57 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (EStGB 1992) in Verbindung mit Artikel 53 Nr. 2 desselben Gesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 170 und 172, indem die Abzugsfähigkeit in der Steuer der natürlichen Personen für gewisse in Artikel 57 des EStGB 1992 erwähnte Ausgaben vom Nachweis durch Individualkarten und eine zusammenfassende Aufstellung, die in den vom König festgelegten Formen und Fristen er ...[+++]

». b. Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de personenbelasting van een aantal kosten vermeld in artikel 57 WIB 1992 afhankelijk wordt gesteld van de verantwoording door individuele fiches en een samenvattende opgave die overgelegd moeten worden in d ...[+++]


Die vorgebrachten Beschwerdegründe laufen zusammengefasst hinaus auf einen Verstoß gegen: - den Gleichheitsgrundsatz, indem ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde (1) zwischen den juristischen Personen des öffentlichen Rechts und den Privatpersonen, insofern die Erstgenannten von dem Verfahrensrisiko befreit würden, wenn sie im Allgemeininteresse aufträten, und insofern diese Befreiung nicht gegenseitig sei, was ebenfalls die Waffengleichheit verletze, (2) zwischen den Rechtsuchenden je nachdem, ob sie gegenüber einer Privatperson oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts obsiegen würden, (3) zwis ...[+++]

De aangevoerde grieven komen samengevat neer op de schending van : - het gelijkheidsbeginsel, doordat een niet-verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld (1) tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de privépersonen, in zoverre de eerstgenoemden worden vrijgesteld van het procesrisico indien zij optreden in het algemeen belang, en in zoverre die vrijstelling niet wederkerig is, hetgeen tevens afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid, (2) tussen de rechtzoekenden, naargelang zij in het gelijk worden gesteld ten aanzien van een privépersoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon, (3) tussen de procespartijen voor de Raad van State en voor de burgerlijke rechtscolleges, in zoverre een publiekrechtelijke rechtspersoon die optreed ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 198 § 1 Nr. 10 des EStGB 1992 in Verbindung mit Artikel 307 § 1 Absatz ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB 92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondw ...[+++]


w