Traduction de «dass bevollmächtigten » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Stimmabgabe durch Bevollmächtigten
stemming bij volmacht

Unterschrift einer bevollmächtigten Person | Unterschrift einer Person mit Zeichnungsbefugnis
geautoriseerde ondertekening

Bevollmächtigtenkonferenz | Konferenz der Bevollmächtigten
conferentie van gevolmachtigden

Konferenz der Bevollmächtigten der Vertragsparteien der Konvention
Conferentie van gevolmachtigden van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag

Dokument, aus dem sich ergibt, dass die Zustimmung erteilt worden ist
document waaruit blijkt dat de toestemming is verleend

Verkehrsschild, das Führer, die die Fahrtrichtung ändern, darauf hinweist, dass Führer von Fahrrädern und zweirädrigen Kleinkrafträdern auf derselben öffentlichen Straße fahren
verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen, wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die dezelfde openbare weg volgen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die jährlichen Tätigkeitsberichte eines jeden bevollmächtigten Anweisungsbefugten sowie die jährlichen Tätigkeitsberichte der bevollmächtigten Anweisungsbefugten anderer Organe, Einrichtungen und sonstiger Stellen werden auch dem Europäischen Parlament und dem Rat zur Verfügung gestellt und auf der Website des jeweiligen Organs, der jeweiligen Einrichtung oder der sonstigen Stelle bis spätestens 30. Juni für das Vorjahr veröffentlicht".
De jaarlijkse activiteitenverslagen van elke gedelegeerde ordonnateur, alsmede de jaarlijkse activiteitenverslagen van de ordonnateurs en gedelegeerde ordonnateurs van de andere instellingen, bureaus, organen en agentschappen, worden ook beschikbaar gesteld aan het Europees Parlement en de Raad, en voor het voorafgaande jaar uiterlijk 30 juni van elk jaar op de website van de respectieve instellingen, bureaus, organen of agentschappen gepubliceerd".

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 20. Februar 2014 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen U.K. und andere, dessen Ausfertigung am 3. März 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches und Artikel 2 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 27. Dezember 2006, dahingehend ausgelegt, was den erstgenannten Artikel angeht, dass er die Gerichtshöfe und Gerichte dazu verpflichtet, einen Ad-hoc-Bevollmächtigten zu bestimmen, sobald ein Interessenkonflikt vorliegt, und, was den letztgenannten Artikel angeht, dass die Honorare dieses Ad-hoc-Bevollmächtigten, der meistens ein Rechtsanwalt ist, als Verteidigungskosten zu betrachten sind, die nicht in die Gerichtskosten in Strafsachen aufgenommen werden können, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern in dem Fall, dass die verfolgte juristische Person ihre finanziellen Verpflichtungen nicht nachkommt, der von den Gerichtshöfen und Gerichten im Hinblick auf die strafrechtliche Verteidigung dieser Person bestimmte Ad-hoc-Bevollmächtigte keine Beteiligung zu Lasten des Staates wird erhalten können, während die Honorare der anderen gerichtlichen Bevollmächtigten üblicherweise zu Lasten des Staates gehen oder der Gesetzgeber ein subsidiäres System eingeführt hat, um der Insolvenz der geschützten Person entgegenzutreten, wodurch somit eine gerechte und angemessene Vergütung der vom gerichtlichen Bevollmächtigten erbrachten Leistungen gewährleistet wird?
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 20 februari 2014 in zake het openbaar ministerie tegen U.K. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 maart 2014, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en artikel 2, 1°, van de programmawet van 27 december 2006, in die zin geïnterpreteerd, voor het eerste artikel, dat het de hoven en rechtbanken ertoe verplicht een lasthebber ad hoc aan te wijzen zodra er een belangenconflict bestaat en, voor het tweede artikel, dat de erelonen van die lasthebber ad hoc, meestal een advocaat, moeten worden aangemerkt als verweerkosten die niet kunnen worden opgenomen in de gerechtskosten in strafzaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, onder c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, aangezien, in het geval waarin de vervolgde rechtspersoon financieel in gebreke blijft, de lasthebber ad hoc die door de hoven en rechtbanken is aangewezen om de strafrechtelijke verdediging van die persoon te verzekeren, geen tegemoetkoming ten laste van de Staat zal kunnen verkrijgen, terwijl de erelonen van de andere gerechtelijke lasthebbers in de regel ten laste worden genomen door de Staat of terwijl de wetgever een aanvullend systeem heeft ingevoerd om het hoofd te bieden aan de insolvabiliteit van de beschermde persoon, waardoor aldus een billijke en adequate vergoeding van de door de gerechtelijke lasthebber verrichte prestaties wordt verzekerd ?

« Verstoßen Artikel 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches und Artikel 2 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 27. Dezember 2006, dahingehend ausgelegt, was den erstgenannten Artikel angeht, dass er die Gerichtshöfe und Gerichte dazu verpflichtet, einen Ad-hoc-Bevollmächtigten zu bestimmen, sobald ein Interessenkonflikt vorliegt, und, was den letztgenannten Artikel angeht, dass die Honorare dieses Ad-hoc-Bevollmächtigten, der meistens ein Rechtsanwalt ist, als Verteidigungskosten zu betrachten sind, die nicht in die Gerichtskosten in Strafsachen aufgenommen werden können, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern in dem Fall, dass die verfolgte juristische Person ihre finanziellen Verpflichtungen nicht nachkommt, der von den Gerichtshöfen und Gerichten im Hinblick auf die strafrechtliche Verteidigung dieser Person bestimmte Ad-hoc-Bevollmächtigte keine Beteiligung zu Lasten des Staates wird erhalten können, während die Honorare der anderen gerichtlichen Bevollmächtigten üblicherweise zu Lasten des Staates gehen oder der Gesetzgeber ein subsidiäres System eingeführt hat, um der Insolvenz der geschützten Person entgegenzutreten, wodurch somit eine gerechte und angemessene Vergütung der vom gerichtlichen Bevollmächtigten erbrachten Leistungen gewährleistet wird?
« Schenden artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en artikel 2, 1°, van de programmawet van 27 december 2006, in die zin geïnterpreteerd, voor het eerste artikel, dat het de hoven en rechtbanken ertoe verplicht een lasthebber ad hoc aan te wijzen zodra er een belangenconflict bestaat en, voor het tweede artikel, dat de erelonen van die lasthebber ad hoc, meestal een advocaat, moeten worden aangemerkt als verweerkosten die niet kunnen worden opgenomen in de gerechtskosten in strafzaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, onder c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, aangezien, in het geval waarin de vervolgde rechtspersoon financieel in gebreke blijft, de lasthebber ad hoc die door de hoven en rechtbanken is aangewezen om de strafrechtelijke verdediging van die persoon te verzekeren, geen tegemoetkoming ten laste van de Staat zal kunnen verkrijgen, terwijl de erelonen van de andere gerechtelijke lasthebbers in de regel ten laste worden genomen door de Staat of terwijl de wetgever een aanvullend systeem heeft ingevoerd om het hoofd te bieden aan de insolvabiliteit van de beschermde persoon, waardoor aldus een billijke en adequate vergoeding van de door de gerechtelijke lasthebber verrichte prestaties wordt verzekerd ?

1. Ein Hersteller, der seinen Sitz nicht im Gebiet mindestens eines Mitgliedstaats hat, benennt schriftlich einen Bevollmächtigten für die Union; in dem betreffenden Auftrag sind der Name und die Kontaktanschrift des Bevollmächtigten anzugeben .
1. Als een fabrikant niet op het grondgebied van ten minste één lidstaat is gevestigd, wijst hij door middel van een schriftelijk mandaat een gemachtigde voor de Unie aan en vermeldt hij in het mandaat de naam en het contactadres van de gemachtigde.

4. Außerdem benennt er einen Bevollmächtigten für die Zwecke der Marktüberwachung, wobei es sich um den in Absatz 2 genannten oder einen zusätzlichen Bevollmächtigten handeln kann.
4. Zij wijzen tevens een vertegenwoordiger aan voor het markttoezicht, hetzij dezelfde vertegenwoordiger als in lid 2 is bedoeld, hetzij een andere vertegenwoordiger.

4. Außerdem benennt der Hersteller einen Bevollmächtigten für die Zwecke der Marktüberwachung, wobei es sich um den in Absatz 3 genannten oder einen zusätzlichen Bevollmächtigten handeln kann.
4. De fabrikanten wijzen tevens een vertegenwoordiger aan voor het markttoezicht, hetzij dezelfde vertegenwoordiger als in lid 3 is bedoeld, hetzij een andere vertegenwoordiger.

Die zuständige Behörde oder bevollmächtigte Stelle des Ursprungsmitgliedstaats übermittelt den zuständigen Behörden oder bevollmächtigten Stellen sämtlicher Bestimmungsmitgliedstaaten in der Regel innerhalb von drei Monaten nach Vorlage des ersten Berichts gemäß den Buchstaben a oder b einen gemeinsamen Abschlussbericht mit den Informationen gemäß Anhang II. Die zuständigen Behörden oder bevollmächtigten Stellen der Bestimmungsmitgliedstaaten stellen der zuständigen Behörde oder bevollmächtigten Stelle des Ursprungsmitgliedstaats rechtzeitig relevante Informationen zur Verfügung.
De bevoegde autoriteit of gedelegeerde instantie van de lidstaat van oorsprong draagt, in het algemeen binnen drie maanden na de overdracht van het initiële verslag overeenkomstig punt a) of b), een gemeenschappelijk eindverslag over aan de bevoegde autoriteiten of gedelegeerde instanties van alle lidstaten van bestemming met de in bijlage II vermelde informatie. De bevoegde autoriteiten of gedelegeerde instanties van de lidstaten van bestemming verstrekken tijdig alle relevante informatie aan de bevoegde autoriteit of gedelegeerde instantie van de lidstaat van oorsprong.

2. Für die in Artikel 5 Absatz 3 Buchstaben a, b, c oder d genannten Erzeugnisse wird die Erklärung von einem bevollmächtigten Vertreter der zuständigen japanischen Behörde oder einem bevollmächtigten Vertreter einer von der zuständigen japanischen Behörde bevollmächtigten Stelle unter der Aufsicht und Kontrolle der zuständigen japanischen Behörde unterzeichnet.
2. Voor de in de artikel 5, lid 3, punten a), b), c), of d), bedoelde producten dient de verklaring door een gemachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit of onder het gezag en toezicht van de bevoegde Japanse autoriteit door een door de bevoegde Japanse autoriteit gemachtigde vertegenwoordiger te worden ondertekend.

(2) Für die in Artikel 5 Absatz 3 Buchstaben a, b oder c genannten Erzeugnisse wird die Erklärung von einem bevollmächtigten Vertreter der zuständigen japanischen Behörde oder einem bevollmächtigten Vertreter einer von der zuständigen japanischen Behörde bevollmächtigten Stelle unter der Aufsicht und Kontrolle der zuständigen japanischen Behörde unterzeichnet.
2. Voor de in de artikel 5, lid 3, onder a), b) en c), bedoelde producten moet de verklaring door een gemachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit of onder het gezag en toezicht van de bevoegde Japanse autoriteit door een door de bevoegde Japanse autoriteit gemachtigde vertegenwoordiger worden ondertekend.

48. stellt fest, dass nach Artikel 8 Absätze 4 bis 7 der Internen Vorschriften für die Ausführung des Haushaltsplans des Europäischen Parlaments die bevollmächtigten Anweisungsbefugten dem bevollmächtigten Hauptanweisungsbefugten in Form von drei Berichten im Laufe des Jahres (einer zu Beginn des Haushaltsjahres, der zweite am 15. Juni und der dritte am 15. Oktober) zusätzlich zu dem für das Vorjahr erstellten jährlichen Tätigkeitsbericht Rechenschaft über die Ausübung ihrer Aufgaben abzulegen haben; spricht sich für eine Lockerung und Vereinfachung dieser Berichterstattungspflicht aus, so dass die Generaldirektionen eine einzige Version ihres jährlichen Tätigkeitsberichts ausarbeiten können;
48. merkt op dat elke gedelegeerd ordonnateur (GO) overeenkomstig artikel 8, lid 4 tot en met lid 7, van de interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting van het Parlement verplicht is om aan de gedelegeerd hoofdordonnateur (GHO) verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn of haar taken, en wel door in de loop van het jaar drie verslagen in te dienen (één aan het begin van het begrotingsjaar, een tweede op 15 juni en een derde op 15 oktober), naast het jaarlijkse activiteitenverslag over het voorgaande jaar; pleit een verlichting van deze rapporteringslast en vereenvoudiging, zodat DG's slechts één versie van hun jaarlijkse activiteitenverslag hoeven voor te leggen;