Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dass hinterbliebene ehepartner zwanzig jahre » (Allemand → Néerlandais) :

« Verstößt Artikel 745quinquies § 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, sowie gegen Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls, indem er bestimmt, dass in dem Fall, dass die Umwandlung des Nießbrauchs des hinterbliebenen Ehepartners beantragt wird, bei Zusammentreffen des hinterbliebenen Ehepartners mit den Nachkommen ...[+++]

« Schendt artikel 745quinquies, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsook artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol, in zoverre het bepaalt dat, wanneer de omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot wordt gevorderd, ingeval de langstlevende echtgenoot tot de nalatenschap komt met afstammelingen uit een vorige relatie van de overledene, de waardering van het vruchtgebruik dient te worden berekend door rekening te houden met het feit dat de langstlevende echtgenoot wor ...[+++]


Darin ist eine schrittweise Erhöhung des Alters, in dem der hinterbliebene Ehepartner eines Arbeitnehmers Anspruch auf eine Hinterbliebenenpension erheben kann, von 50 Jahre im Jahr 2025 auf 55 Jahre im Jahr 2030 vorgesehen.

Het voorziet in een geleidelijke verhoging van de leeftijd waarop de langstlevende echtgenoot van een werknemer aanspraak kan maken op een overlevingspensioen, die aldus wordt opgetrokken van 50 jaar in 2025 tot 55 jaar in 2030.


Durch Artikel 21 Nr. 3 wird in Artikel 16 § 1 ein neuer Absatz hinzugefügt, in dem ausdrücklich vorgesehen ist, dass der hinterbliebene Ehepartner am Sterbedatum seines Ehepartners die Altersbedingung erfüllen muss, um die Hinterbliebenenpension erhalten zu können.

Artikel 21, 3° voegt een nieuw lid toe aan artikel 16, § 1 dat uitdrukkelijk voorziet dat de langstlevende echtgenoot op de datum van het overlijden van zijn echtgenoot of echtgenote moet voldoen aan de leeftijdsvoorwaarde om recht te hebben op een overlevingspensioen.


Während die Angelegenheit der Familienbeihilfen nunmehr Gegenstand einer Zuständigkeitsübertragung an die Gemeinschaften und die Gemeinsame Gemeinschaftskommission ist, die gegebenenfalls zusätzliche Initiativen auf diesem Gebiet ergreifen können, plädieren einige dafür, dass die Föderalbehörde - im Rahmen der Hinterbliebenenpension - eine erhöhte Leistung für hinterbliebene Ehepartner mit Kindern zu Lasten vorsieht.

Nu kinderbijslag een bevoegdheid is die wordt overgeheveld naar de gemeenschappen en naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die dienaangaande al dan niet aanvullende initiatieven zullen kunnen nemen, pleiten sommigen ervoor dat de federale overheid - in het kader van het overlevingspensioen - in een verhoogde tegemoetkoming voorziet voor de overlevende echtgenoten met kinderen ten laste.


Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Artikel 22sexies des Gesetzes vom 17. Juli 1963 über die überseeische soziale Sicherheit in Verbindung mit Artikel 239 § 3 Absatz 2 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung es unmöglich macht, dass die Alterspension der geschiedenen Ehepartnerin eines Versicherten, der am 31. Dezember 2006 mindestens zwanzig Jahre lang an der V ...[+++]

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, in samenhang gelezen met artikel 239, § 3, tweede lid, van de wet van 20 juli 2006, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling het onmogelijk maakt dat het ouderdomspensioen van de uit de echt gescheiden echtgenote van een verzekerde die op 31 december 2006 ten minste twintig jaar aan de verzekering bij het stelsel van de overzeese sociale zekerheid heeft deelgenomen, wanneer de echtscheiding vóór 1 januari 2007 heeft plaatsgevonden, ingaat op 55-jarige leeftij ...[+++]


Artikel 22sexies des Gesetzes vom 17. Juli 1963 über die überseeische soziale Sicherheit in Verbindung mit Artikel 239 § 3 Absatz 2 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 ist nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung es unmöglich macht, dass die Alterspension der geschiedenen Ehepartnerin eines Versicherten, der am 31. Dezember 2006 mindestens zwanzig Jahre lang an der Versicherung im System de ...[+++]

Artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, in samenhang gelezen met artikel 239, § 3, tweede lid, van de wet van 20 juli 2006, is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling het onmogelijk maakt dat het ouderdomspensioen van de uit de echt gescheiden echtgenote van een verzekerde die op 31 december 2006 ten minste twintig jaar aan de verzekering bij het stelsel van de overzeese sociale zekerheid heeft deelgenomen, wanneer de echtscheiding vóór 1 januari 2007 heeft plaatsgevonden, ingaat op 55-jarige leeftijd.


Sie setzt jedoch frühestens am ersten Tag des Monats nach Monat ein, in dem der hinterbliebene Ehepartner das Alter von fünfundvierzig Jahren erreicht, es sei denn, dieser erbringt den Nachweis, dass er zu mindestens sechsundsechzig Prozent bleibend arbeitsunfähig ist, dass er ein Kind zu Lasten hat oder dass der verstorbene Ehepartner während mindestens ...[+++]

Het gaat evenwel ten vroegste in op de eerste dag van de maand die volgt op deze tijdens welke de langstlevende echtgenoot 45 jaar wordt, tenzij deze het bewijs levert van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 pct., dat hij een kind ten laste heeft of dat de overleden echtgenoot gedurende ten minste 20 jaar gewoonlijk en hoofdzakelijk als ondergronds mijnwerker tewerkgesteld is geweest.


« Ist Artikel 42quater des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, obwohl der Anfangspunkt der in den nachstehenden Bestimmungen erwähnten Zeiträume unterschiedlich ist, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem der Minister oder sein Beauftragter innerhalb von fünf Jahren nach Zuerkennung des Rechts auf Aufenthalt dem Aufenthaltsrecht des Ehepartners eines belgischen Staatsangehörigen ein Ende setzen kann, insbesondere wen ...[+++]

« Is, hoewel de in de onderstaande bepalingen beoogde periodes verschillen ten aanzien van het aanvangspunt ervan, artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van het verblijfsrecht een einde kan maken aan het verblijfsrecht van de echtgenoot van een Belg, wanneer met name het huwelijk met die laatste wordt ontbonden en die vreemdeling, in de loop van het vierde of het vijfde jaar van die periode, ...[+++]


Da dieses Pensionsalter im Rahmen der überseeischen sozialen Sicherheit durch das Gesetz vom 20. Juli 2006 auf 65 Jahre festgelegt wurde, konnte der Gesetzgeber den Standpunkt vertreten, dass ab diesem Zeitpunkt auch der Anspruch auf die Alterspension des ehemaligen Ehepartners im Rahmen der überseeischen sozialen Sicherheit erst ab diesem Alter entstehen kann.

Nu die pensioenleeftijd in het kader van de overzeese sociale zekerheid bij de wet van 20 juli 2006 op 65 jaar is vastgesteld, kon de wetgever van oordeel zijn dat vanaf dat ogenblik ook het recht op het ouderdomspensioen voor de ex-echtgenoot in het kader van de overzeese sociale zekerheid pas op die leeftijd kan ingaan.


In der Rechtssache mit Geschäftsverzeichnisnummer 1293 bringt derselbe Kläger in einem einzigen Klagegrund vor, dass Artikel 10 des Gesetzes vom 9. Juli 1997 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern diese Bestimmung darauf hinauslaufe, dass es genüge, zwanzig Jahre lang als Rechtsanwalt tätig gewesen zu sein, um zum stellvertretenden Richter an den Appellationshöfen ernannt werden zu können.

In de zaak met rolnummer 1293 voert dezelfde verzoeker in een enig middel aan dat artikel 10 van de wet van 9 juli 1997 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre die bepaling inhoudt dat het volstaat om twintig jaar werkzaam te zijn geweest aan de balie om tot plaatsvervangend rechter in de hoven van beroep te kunnen worden benoemd.


w