In der Rechtssache Nr. 1992 (zweiter Klagegrund) und in der Rechtssache Nr. 1995 führen die kla
genden Parteien an, dass der Betrieb der Glückss
pielgeräte, die auf einer vom König festgelegten Liste stünden, zulässig gewes
en sei aufgrund von Artikel 1 Absatz 2 des Gesetzes vom 24. Oktober 1902, so
dass das
in Artikel 305 des Strafgesetzbuches ...[+++] vorgesehene vorherige Verbot nur noch eine Restbefugnis sei.
In de zaak nr. 1992 (tweede middel) en in de zaak nr. 1995 voeren de verzoekende partijen aan dat de exploitatie van kansspelen die op een door de Koning vastgestelde lijst staan, toegelaten was, krachtens artikel 1, tweede lid, van de wet van 24 oktober 1902, zodat het vroeger bij artikel 305 van het Strafwetboek geformuleerde verbod derhalve slechts een residueel karakter heeft.