49. ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen müssen, dass Frauen und Mädchen mit Behinderungen vor dem Gesetz gleich sind und in gleichberechtigter Weise –frei von jeglicher Diskriminierung – Anspruch auf Rechtsschutz und rechtliche Leistungen haben; verstritt die Auffassung, dass alle Formen der Diskriminierung aufgrund einer Behinderung und des Geschlechts verboten werden müssen, wobei der Tatsache Rechnung getragen werden muss, dass die Ungleichheit durch das Zusammenspiel beider Faktoren exponentiell verstärkt wird;
49. wijst erop dat het van fundamenteel belang is dat de lidstaten garanderen dat vrouwen en meisjes met een handicap voor de wet gelijk zijn en recht hebben op dezelfde wettelijke bescherming en faciliteiten, zonder enige discriminatie; is van mening dat elke discriminatie op grond van handicap en geslacht moet worden uitgebannen, aangezien dat de combinatie van deze beide factoren ongelijkheid exponentieel vergroot;
