in der Erwägung, dass die Identität als Unionsbürger nur auf der nationalen Identität beruhen kann und dass die Kommission darauf hingewiesen werden sollte, dass Menschen, die in extremer Armut leben, und Menschen mit einer geringen Schulbildung – darunter auch Roma – nicht in einem Maße Zugang zu Informationen haben, das ihr europäisches Bewusstsein fördern könnte; in der Erwägung, dass die zunehmende Ausgrenzung dieser Menschen aus den europäischen Gesellschaften sowohl deren Staatsbürgerschaft als auch die Unionsbürgerschaft abwertet,
overwegende dat de hoedanigheid van burger van de Unie alleen gebaseerd kan zijn op de nationale identiteit, en dat de Commissie erop moet worden geattendeerd dat mensen die in diepe armoede leven en laaggeschoolden – onder wie de Roma – geen toegang hebben tot informatie die het bewustzijn van hun Unieburgerschap zou kunnen mobiliseren; overwegende dat hun voortschrijdende maatschappelijke uitsluiting in Europa de waarde van hun nationale en Europese burgerschap aantast,
