4. Gerichtspolizeioffizier: den vereidigten Bediensteten oder das vereidigte Personalmitglied der Dienstellen der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, dem die Eigenschaft als Gerichtspolizeioffizier zuerkannt wurde gemäss Artikel 10 des Dekretes;
4° officier van gerechtelijke politie : de beëdigde beambte of het beëdigde personeelslid van de diensten van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap aan wie de eigenschap van officier van gerechtelijke politie werd toegekend overeenkomstig artikel 10 van het decreet;