Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Vertaling van " unionsrecht einer unwiderlegbaren vermutung " (Duits → Nederlands) :

2. Verstößt Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitneh ...[+++]

2. Schendt het artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk s ...[+++]


Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozia ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen en, anderzijds een c ...[+++]


Allerdings steht das Unionsrecht einer unwiderlegbaren Vermutung entgegen, wonach der gemäß der Dublin–II–Verordnung als zuständig bestimmte Mitgliedstaat die Unionsgrundrechte beachtet.

Het Hof is echter van oordeel dat het Unierecht in de weg staat aan een onweerlegbaar vermoeden dat de op basis van de verordening verantwoordelijke lidstaat de grondrechten van de Europese Unie eerbiedigt.


Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie für eine bestimmte Kategorie von Geschäftsführern eine auf einer unwiderlegbaren Vermutung beruhende persönliche und gesamtschuldnerische Haftung einführe aufgrund des Umstandes, dass sie im Laufe des Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses bereits in mindestens zwei Konkursen, Liquidationen oder gleichartigen Verrichtungen verwickelt gewesen seien, während Geschäftsführer, die zur Bezahlung von Steuerschulden aufgrund von Artikel 442quater des EStGB 1992 oder von Artikel 93undecies C des ...[+++]

De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij voor een bepaalde categorie van zaakvoerders een op een onweerlegbaar vermoeden gebaseerde persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid invoert wegens het gegeven dat zij in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring reeds betrokken zijn geweest bij minstens twee faillissementen, vereffeningen of soortgelijke operaties, terwijl de zaakvoerders die gehouden zijn tot het betalen van belastingschulden op grond van artikel 442quater van het WIB 1992 of van artikel 93un ...[+++]


Obwohl in der präjudiziellen Frage nicht präzisiert wird, zwischen welchen Personen die fragliche Bestimmung einen Behandlungsunterschied einführen würde, kann davon ausgegangen werden, dass die Frage sich auf den Vergleich zwischen den Versicherten, die nicht entschädigt werden, wenn sie ungeachtet einer Wiederaufbauklausel das versicherte Gut nicht zum Zwecke derselben Nutzung wiederaufbauen, und den in den Urteilen Nr. 26/95 vom 21. März 1995 und Nr. 147/2001 vom 20. November 2001 des Hofes erwähnten Kategorien von Personen, die aufgrund einer unwiderlegbaren Vermutung ...[+++] der Kollusion oder des Betrugs vom Schadensersatz ausgeschlossen werden, bezieht, wobei der Hof erkannt hat, dass dieser Ausschluss im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung steht.

Hoewel in de prejudiciële vraag niet wordt gepreciseerd tussen welke personen de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling zou teweegbrengen, kan worden aangenomen dat de vraag betrekking heeft op de vergelijking tussen de verzekerde die niet wordt vergoed wanneer hij in weerwil van een wederopbouwbeding het verzekerde goed niet voor hetzelfde gebruik wederopbouwt, en de in de arresten nr. 26/95 van 21 maart 1995 en nr. 147/2001 van 20 november 2001 van het Hof vermelde categorieën van personen, die van schadevergoeding worden uitgesloten op grond van een onweerlegbaar vermoeden van heimelijke verstandhouding of bedrog, u ...[+++]


In der durch den Arbeitsgerichtshof Mons gestellten präjudiziellen Frage wird der Hof gebeten zu urteilen, ob die Artikel 24, 34, 36 und 39 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, « dahingehend ausgelegt [.], dass im Rahmen der darin vorgesehenen Entschädigung die bleibende Arbeitsunfähigkeit infolge eines Arbeitsunfalls, durch den eine durch einen oder mehrere vorherige Arbeitsunfälle verursachte Funktionsschädigung verschlimmert wird, wegen einer unwiderlegbaren Vermutung, der zufolge die Grundentlohnung des Arbeitnehmers zwangsläufig die Beeinträchtigung seiner Erwerbsfähigkeit durch die besagten vorherigen Unfälle wi ...[+++]

In de door het Arbeidshof te Bergen gestelde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 24, 34, 36 en 39 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, « in die zin geïnterpreteerd dat, in het kader van de vergoeding die zij voorschrijven, de blijvende ongeschiktheid die het gevolg is van een arbeidsongeval dat een door één of meer vorige arbeidsongevallen veroorzaakt functioneel letsel verergert, wegens een onweerlegbaar vermoeden krachtens ...[+++]


« Das Bewohnen im Sinne des Dekrets kann zwar dazu führen, dass Abfälle anfallen, aber dies gilt nicht für das einfache Domizilieren, das nicht zwangsläufig zur Produktion von Abfällen führt; dass das Dekret aufgrund der Einführung einer unwiderlegbaren Vermutung, der zufolge Domizilieren gleichgesetzt wird mit Bewohnen, die Gleichheit der Bürger vor dem Gesetz zu verletzen und eine Diskriminierung unter ihnen zu beinhalten scheint».

« De in het decreet bedoelde bewoning kan weliswaar leiden tot het voortbrengen van afvalstoffen, maar zulks geldt niet voor de loutere domiciliëring, die er niet noodzakelijkerwijze toe leidt dat afvalstoffen worden voortgebracht; dat het decreet, door een onweerlegbaar vermoeden in te voeren volgens hetwelk domiciliëring bewoning is, de gelijkheid der burgers voor de wet lijkt aan te tasten en een discriminatie onder hen lijkt in te houden».


Die Arbeitgeber, die die Verpflichtung zur Offenlegung der Arbeitszeitpläne missachtet haben, seien infolge einer unwiderlegbaren Vermutung der Vollzeitbeschäftigung aufgrund von Artikel 171 Absatz 2 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 immer zur Zahlung des Lohns für Vollzeitarbeitsleistungen verpflichtet, während die anderen Arbeitgeber nur zur Zahlung des Lohns für die tatsächlich erbrachten Leistungen verpflichtet seien und in jedem Fall die Dauer der tatsächlich erbrachten Leistungen beweisen könnten.

De werkgevers die de verplichting tot openbaarmaking van de werkroosters hebben miskend, zijn ingevolge een onweerlegbaar vermoeden van voltijdse tewerkstelling, op grond van artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december 1989, steeds gehouden tot betaling van het loon voor voltijdse arbeidsprestaties, terwijl de andere werkgevers slechts gehouden zijn tot betaling van het loon voor werkelijk geleverde prestaties en in ieder geval de duur van de werkelijk geleverde prestaties mogen bewijzen.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' unionsrecht einer unwiderlegbaren vermutung' ->

Date index: 2022-03-21
w