Höhe und Ausrichtung der Leuchten sind, wenn keine besonderen Vorschriften bestehen, unter den in 1.25, 1.25.1 und 1.25.2 festgelegten Bedingungen an einem leeren, auf ebener und waagerechter Fläche aufgestellten Fahrzeug zu prüfen.
Behoudens bijzondere voorschriften, worden de hoogte en de instelling van de lichten gecontroleerd bij een onbelast voertuig dat onder de omstandigheden als bedoeld in de punten 1.25, 1.25.1 en 1.25.2 op een plat horizontaal vlak rust.