Traduction de « durchschnittliche bip-wachstum » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Kumuliertes BIP-Wachstum
geaccumuleerde groei van het BBP

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Das durchschnittliche BIP-Wachstum in der EU betrug 2002 nur 1,1 %, während es 2001 noch bei 3,5 % gelegen hatte.
De groei van het BBP in de EU lag in 2002 gemiddeld op slechts 1,1%, tegen een fors jaarlijks groeipercentage van 3,5% in 2001.

Seit dem Wirtschaftsabschwung der Jahre 1997-1998 und mit Ausnahme von 2002, als das Land von schweren Überschwemmungen betroffen war und das BIP-Wachstum nur 2 % erreichte, erzielte die Tschechische Republik ein jährliches reales BIP-Wachstum von durchschnittlich 3 %.
Na de economische inzinking in 1997-1998 heeft de reële BBP-groei in Tsjechië ongeveer drie procent per jaar bedragen, met uitzondering van 2002, toen het land werd getroffen door ernstige overstromingen en de groei op slechts twee procent is uitgekomen.

Bei Mitgliedstaaten, die der Europäischen Union vor 2013 beigetreten sind und deren durchschnittliches BIP-Wachstum im Zeitraum von 2008 bis 2010 real weniger als – 1 % betrug, muss die Obergrenze für die Transfers auf 2,59 % ihres BIP festgesetzt werden.
Voor de lidstaten die vóór 2013 tot de Unie zijn toegetreden en waarvan de gemiddelde reële bbp-groei in 2008-2010 kleiner was dan – 1 %, moet het plafond voor overdrachten 2,59 % van hun bbp bedragen.

Bei Mitgliedstaaten, die der Europäischen Union vor 2013 beigetreten sind und deren durchschnittliches BIP-Wachstum im Zeitraum von 2008 bis 2010 real weniger als –1 % betrug, muss die Obergrenze für die Transfers auf 2,59 % ihres BIP festgesetzt werden.
Voor de lidstaten die vóór 2013 tot de Unie zijn toegetreden en waarvan de gemiddelde reële bbp-groei in 2008-2010 kleiner was dan -1 %, moet het plafond voor overdrachten 2,59 % van hun bbp bedragen.

1. begrüßt, dass die EZB die HVPI-Inflationsrate bislang trotz einer Reihe makrofinanzieller Schocks und trotz schwankender Rohstoffpreise in einer Zeit, in der das durchschnittliche BIP-Wachstum in der Union schwach war, äußerst erfolgreich bei nahezu 2 % halten konnte;
1. is verheugd over het feit dat de ECB tot dusver opmerkelijk succesvol is geweest in haar beleid om de GICP-inflatie op nagenoeg 2% te handhaven, in weerwil van de macrofinanciële schokken die zich hebben voorgedaan en van de volatiliteit van de grondstofprijzen, terwijl het bbp in de Unie al die tijd op een laag gemiddelde is blijven hangen;

Er besagt, dass die Ukraine zwischen 2000 und 2006 ein durchschnittliches BIP-Wachstum von 8,7 % hatte.
Het vertelt ons dat het Oekraïense BBP tussen 2000 en 2006 een gemiddelde groei van 8,7 procent liet zien.

Was die Beitrittsländer betrifft, so nimmt man ein durchschnittliches BIP-Wachstum von 3,1 % im Jahr 2003 und 3,8 % im Jahre 2004 an.
Voor de toetredende landen wordt een gemiddelde groei van het BBP verwacht van 3,1% in 2003 en 3,8% in 2004.

In den Wirtschaftsprognosen vom Herbst [4] findet sich die Vorausschätzung, dass das durchschnittliche BIP-Wachstum der EU sich beschleunigt und im Jahr 2004 dann 2 % erreichen wird.
De economische najaarsprognoses [4] voorspellen dat de gemiddelde groei van het BBP in de EU in 2004 zal oplopen tot 2%.

E. in der Erwägung, dass die wesentlichen Wirtschaftsindikatoren für das Euro-Gebiet im Jahre 2002 folgendes Bild ergaben: 2,2% durchschnittliche Inflation (2,4% im Jahre 2001), wobei das Ziel der EZB bei 2% lag; 7% durchschnittliches M3-Wirtschaftswachstum (5,5% im Jahre 2001), wobei der Referenzwert der EZB bei 4,5% lag; 0,8% reales BIP-Wachstum (1,4% im Jahre 2001); 2,2% durchschnittliches Haushaltsdefizit im Verhältnis zum BIP (1,6% im Jahre 2001); geschätzte 6,5% realer effektiver Wechselkurs des Euro,
E. overwegende dat in 2002 de belangrijkste economische indicatoren voor de eurozone waren: 2,2% gemiddelde inflatie (2,4% in 2001), waarbij het streefcijfer van de ECB 2% bedroeg; 7% voor de gemiddelde groei van M3 (5,5% in 2001), waarbij de referentiewaarde van de ECB 4,5% was; 0,8% reële groei van het BBP (1,4% in 2001); 2,2% van het BBP voor het gemiddelde begrotingstekort (1,6% in 2001); 6,5% opwaardering van de nominale effectieve wisselkoers van de euro,