Das Übereinkommen sieht im wesentlichen vor, daß die Unterzeichnerstaaten jeweils eine zentrale Behörde benennen, die damit betraut wird, je nach Fall die zu adoptierenden Kinder oder die Adoptiveltern auszuwählen und mit den entsprechenden Behörden im anderen Land zusammenzuarbeiten, um das Adoptionsverfahren durchzuführen.
Het verdrag voorziet er in de eerste plaats in dat de ondertekenende staten elk een centrale instantie aanwijzen die is belast met de "selectie" van de gevallen, de te adopteren kinderen of adoptiefouders, om samen te werken met soortgelijke instanties in andere landen ten einde de adoptieprocedure te doen slagen.
