Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "darlegung klagenden parteien beinhalte " (Duits → Nederlands) :

Nach Darlegung der klagenden Parteien hätten die angefochtenen Bestimmungen zur Folge, dass eine gewisse Anzahl von hinterbliebenen Ehepartnern von Beamten und Arbeitnehmern, nämlich diejenigen, die am 1. Januar 2030 über 50 Jahre aber weniger als 55 Jahre sein würden, keinen Anspruch auf eine Hinterbliebenenpension, sondern nur auf eine Übergangsentschädigung hätten, die auf ein oder zwei Jahre begrenzt sei, je nachdem, ob sie Kinder zu Lasten hätten oder nicht.

Volgens de verzoekende partijen zouden de bestreden bepalingen tot gevolg hebben dat een aantal langstlevende echtgenoten van ambtenaren en werknemers, namelijk diegenen die op 1 januari 2030 ouder zijn dan 50 jaar maar jonger dan 55 jaar, geen recht zullen hebben op een overlevingspensioen, maar slechts op een overgangsuitkering, beperkt tot één of twee jaar naargelang zij al dan niet kinderen ten laste hebben.


Er verweist darauf, dass die klagenden Parteien in der Darlegung des Klagegrunds nicht auf den angefochtenen Artikel 89 verwiesen, sondern vielmehr auf Artikel 94 desselben Gesetzes, auf den sich die Klageschrift nicht beziehe und der Artikel 210 desselben Gesetzbuches um einen Absatz ergänze, in dem die Möglichkeiten für den Berufungsrichter, von Amts wegen Klagegründe aufzuwerfen, begrenzt würden, sowie auf den Inhalt des Formulars für das Einlegen einer Berufung, das als Anlage zum königlichen Erlass vom 18. Februar 2016 zur Ausfü ...[+++]

Hij wijst erop dat de verzoekende partijen, in de uiteenzetting van het middel, niet verwijzen naar het bestreden artikel 89, maar wel naar artikel 94 van dezelfde wet, dat niet in het verzoekschrift wordt beoogd, en dat artikel 210 van hetzelfde Wetboek aanvult met een lid waarin de mogelijkheden voor de rechter in hoger beroep om middelen ambtshalve aan te voeren, worden beperkt, alsook naar de inhoud van het formulier voor het instellen van hoger beroep dat als bijlage bij het koninklijk besluit van 18 februari 2016 tot uitvoering van artikel 204, derde lid, van het Wetboek van strafvordering is bekendgemaakt.


Im ersten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5741 und im ersten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5825 führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung gegen das Recht auf Zugang zu einem Richter verstoße, das unter Einhaltung des Rechtes auf ein faires Verfahren gewährleistet werden müsse, und gegen das Recht auf Beistand durch einen Rechtsanwalt, das die Verpflichtung beinhalte, den rechtlichen Beistand zu organisieren, um die Effizienz des Rechts auf Beistand durch einen Rechts ...[+++]

In het eerste middel in de zaak nr. 5741 en het eerste middel, eerste onderdeel ervan, in de zaak nr. 5825 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling het recht op toegang tot een rechter, dat moet worden gewaarborgd met inachtneming van het recht op een eerlijk proces, schendt, alsook het recht op de bijstand van de advocaat, dat de verplichting impliceert om de rechtsbijstand te organiseren om het daadwerkelijke recht op de bijstand van een advocaat wanneer die noodzakelijk is, te waarborgen.


Im einzigen Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6181 führen die klagenden Parteien an, dass die Übergangsfrist, die den Eltern gemäß den Artikeln 2 und 3 des Dekrets vom 19. Dezember 2014 gewährt werde, um die geforderte Stufe B2 zu erreichen, nicht lange genug sei und somit einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11, 24 § 4 und 191 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit und dem Grundsatz des berechtigten Vertrauens beinhalte.

In het enige middel in de zaak nr. 6181 voeren de verzoekende partijen aan dat de overgangstermijn die door de artikelen 2 en 3 van het decreet van 19 december 2014 wordt gelaten aan de ouders om het vereiste niveau B2 te halen, onvoldoende lang is en zodoende een schending zou inhouden van de artikelen 10, 11, 24, § 4, en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.


Die klagenden Parteien führen im ersten Klagegrund einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 98 über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechtes und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen und mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 154 über die Förderung von Kollektivverhandlungen, an, da das angefochtene Gesetz einen erheblichen und ungerechtfertigten Rückschritt im Schutz des Rechts auf kollektive Verhandlungen ...[+++]

De verzoekende partijen voeren in het eerste middel een schending aan van de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met het IAO-Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van organisatie en collectief overleg en met het IAO-Verdrag nr. 154 betreffende de bevordering van het collectief overleg, doordat de bestreden wet een aanzienlijke en ongerechtvaardigde achteruitgang zou inhouden van de bescherming van het recht op collectief ...[+++]


Nach Darlegung der klagenden Parteien werde durch diese Bestimmungen ein nicht vernünftig gerechtfertigter Behandlungsunterschied zwischen einerseits Personen, die Pelztiere ausschließlich oder hauptsächlich zum Zweck der Fellgewinnung hielten, und andererseits Personen, die Pelztiere oder andere Tiere zu anderen Zwecken, wie der Produktion von Fleisch für den Konsum, hielten, eingeführt.

Volgens de verzoekende partijen voeren die bepalingen een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling in tussen, enerzijds, de personen die pelsdieren houden voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen en, anderzijds, de personen die pelsdieren of andere dieren houden voor andere doeleinden, zoals de productie van vlees voor consumptie.


Nach Darlegung der klagenden Parteien müsse das Verbot der Tierhaltung ausschließlich oder hauptsächlich zum Zweck der Fellgewinnung als eine Maßnahme betrachtet werden, die die gleiche Wirkung wie Einfuhr- oder Ausfuhrbeschränkungen habe.

Volgens de verzoekende partijen moet het verbod op het houden van dieren die hoofdzakelijk of uitsluitend bestemd zijn voor pelsproductie worden beschouwd als een maatregel met dezelfde werking als invoer- of uitvoerbeperkingen.


Die klagenden Parteien bemängeln im Wesentlichen, dass durch die Artikel 5 bis 10 der angefochtenen Ordonnanz verschiedene Bestimmungen der Ordonnanz vom 5. Juni 1997 bezüglich der Umweltgenehmigungen abgeändert würden, um eine neue Klasse von Anlagen, die Klasse ID, zu schaffen, die einer vereinfachten Verfahrensregelung unterliege und keine Phase der Beteiligung der Öffentlichkeit vor der Erteilung oder der Änderung von Genehmigungen beinhalte.

De verzoekende partijen verwijten de artikelen 5 tot 10 van de bestreden ordonnantie in essentie verschillende bepalingen van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen te wijzigen om een nieuwe klasse van inrichtingen, de klasse ID, in het leven te roepen, die aan een vereenvoudigde procedurele regeling is onderworpen en geen fase van inspraak van het publiek voorafgaand aan de toekenning of de wijziging van vergunningen omvat.


Die klagenden Parteien gehen davon aus, dass Artikel 3 der angefochtenen Ordonnanz vom 3. April 2014 einen erheblichen Rückschritt des Umweltschutzes im Vergleich zu der vorerwähnten Ordonnanz vom 1. März 2007 beinhalte, der weder durch das Bestehen von zwingenden Gründen des Allgemeininteresses, noch durch neue wissenschaftliche Studien gerechtfertigt werde, in denen beweiskräftig geschlussfolgert werde, dass die erlaubten Niveaus an elektromagnetischen Strahlungen unschädlich seien.

De verzoekende partijen gaan ervan uit dat artikel 3 van de bestreden ordonnantie van 3 april 2014 een aanzienlijke achteruitgang van de bescherming van het leefmilieu ten opzichte van de voormelde ordonnantie van 1 maart 2007 inhoudt die niet wordt verantwoord door het bestaan van dwingende redenen van algemeen belang, noch door nieuwe wetenschappelijke studies waarin onomstotelijk wordt besloten dat de toegestane niveaus van elektromagnetische stralingen onschadelijk zijn.


Nach Darlegung der Flämischen Regierung, die hierin durch die intervenierenden Parteien unterstützt wird, beruhe der Standpunkt der klagenden Parteien auf einer falschen Auslegung der angefochtenen Bestimmung, die in Verbindung mit den Artikeln 4.8.11 § 1 und 4.7.23 des Flämischen Raumordnungskodex zu betrachten sei.

Volgens de Vlaamse Regering, hierin gevolgd door de tussenkomende partijen, zou de stelling van de verzoekende partijen berusten op een verkeerde lezing van de bestreden bepaling, die in samenhang moet worden gelezen met de artikelen 4.8.11, § 1, en 4.7.23 van de VCRO.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'darlegung klagenden parteien beinhalte' ->

Date index: 2022-04-14
w