b) Jeder Mitglied
staat befasst, wenn einer seiner Staatsangehörigen beschul
digt wird, in einem anderen Mitgliedstaat eine Straftat im Sinne der Artikel 2, 3, 4 oder 5 begangen zu haben und er den Betreffenden allein aufgrund von dessen Staatsangehörigkeit nicht ausliefert, seine zuständigen Behörd
en mit diesem Fall, damit gegebenen ...[+++]falls eine Verfolgung durchgeführt werden kann.b) Wanneer een onderdaan van
een lidstaat ervan wordt verdacht zich in een andere lidstaat schuldig te hebben gemaakt aan strafbaar gestelde gedragingen als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 5, en de lidstaat de betrokkene
louter op grond van zijn of haar nationaliteit niet aan die andere lidstaat uitlevert, legt deze lidstaat de zaak aan zijn bevoegde autoriteiten voor opdat, indien daartoe aanleiding bestaat, een strafvervolging kan worden ingesteld
...[+++].