Was die Entfernung aus dem Dienst betrifft, sieht Artikel 22 Absatz 2 des Gesetzes über die Generalinspektion vor, dass der Generalinspektor « falls nötig vorläufige Sofortmassnahmen zur Entfernung des Betroffenen treffen [kann], damit die Generalinspektion reibungslos funktionieren kann ».
Wat de verwijdering uit de dienst betreft, bepaalt artikel 22, tweede lid, van de Wet op de Algemene Inspectie dat de inspecteur-generaal « indien nodig voorlopige maatregelen [kan] treffen tot verwijdering van betrokkene die onmiddellijk van toepassing zijn teneinde de goede werking van de Algemene Inspectie te vrijwaren ».