Die klagenden Parteien bitten daher den Hof, dem Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften eine Vorabentscheidungsfrage zur Gültigkeit von Artikel 1 Nummer 2 der Richtlinie 2001/97/EWG angesichts der Grundprinzipien des Gemeinschaftsrechts, die das Recht auf ein faires Verfahren und die Rechte der Verteidigung einschliessen, zu stellen.
De verzoekende partijen vragen bijgevolg aan het Hof om aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een prejudiciële vraag te stellen betreffende de geldigheid van artikel 1, 2), van richtlijn 2001/97/EG, ten aanzien van de grondbeginselen van het gemeenschapsrecht, die het recht op een eerlijk proces en de rechten van de verdediging omvatten.