Traduction de «bürger länder » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

EU-Bürger [ Bürger der Europäischen Union | Bürger der Gemeinschaft ]
EU-onderdaan [ ingezetene van de Gemeenschap | onderdaan van de Europese Unie ]

Länder in Mittel- und Osteuropa | mittel- und osteuropäische Länder | MOE-Länder | MOE-Staaten | MOEL [Abbr.]
landen van Midden- en Oost-Europa | LMOE [Abbr.]

SICA-Staaten [ OCAS-Länder | OCAS-Staaten | ODECA-Länder | ODECA-Staaten | SICA-Länder ]
SICA-landen [ landen van de ODECA | ODECA-landen ]

UEMOA-Staaten [ Länder der Westafrikanischen Währungsunion | Länder der Westafrikanischen Wirtschafts- und Währungsunion | Staaten der Westafrikanischen Währungsunion | UEMOA-Länder ]
WAEMU-landen [ UEMOA-landen ]

Ad-hoc Ausschuss für ein Europa der Bürger | Ad-hoc-Ausschuss für das Europa der Bürger
ad-hoccomité Europa van de burgers

auf die Wünsche des Bürgers abgestimmte Dienstleistung | den Wünschen der Bürger angepasste Dienstleistung
gepersonaliseerde dienst

Grundrechte der Bürger
grondrechten van de burgers

Bürger der Europäischen Union
burger van de Europese Unie

Bürger
bestuurde

BürgerInnen/KundInnen (nom pluriel) | Bürgerinnen und Bürger/Kundinnen und Kunden (nom pluriel)
burger/klant (nom masculin)

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die Richtlinie gilt für EU-Bürger, die zur Berufsausübung unter der Berufsbezeichnung „Rechtsanwalt“ berechtigt sind sowie für alle Bürger der Länder des Europäischen Wirtschaftsraums und der Schweiz.
De richtlijn is van toepassing op EU-ingezetenen die bevoegd zijn hun beroep uit te oefenen onder de beroepstitel „advocaat” , maar het systeem strekt zich ook uit tot alle ingezetenen van landen van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.

7. begrüßt, dass sich einige Länder der MENA-Region an der internationalen Koalition gegen den IS beteiligen; fordert die Regierungen dieser Länder und die internationale Gemeinschaft nachdrücklich auf, in Bezug auf die Verhinderung der Finanzierung des internationalen Terrorismus und der Kriege in Syrien und Libyen ein deutlich stärkeres Engagement zu zeigen; fordert nochmals alle Länder der Region auf, dafür zu sorgen, dass Einzelpersonen und private sowie öffentliche Organisationen terroristische Organisationen oder syrische Bürger oder Unternehmen aus dem Umfeld der syrischen Regierung weder finanziell unterstützen noch zu deren Finanzierung beitragen können, zumal die EU gegen diese Organisationen, syrischen Bürger bzw. Unternehmen Sanktionen verhängt hat, die eine entsprechende Durchschlagskraft haben müssen; fordert im Interesse der Zusammenarbeit zwischen dem Golf-Kooperationsrat, der Arabischen Liga, der Organisation für Islamische Zusammenarbeit und den EU-Organen, dass sich diese Länder an regionalen Kooperationsprogrammen zur Überwachung von Kapitalbewegungen beteiligen; hebt hervor, dass ein effizientes Sanktionssystem eingeführt werden muss, das zusammen mit der Arabischen Liga, der Organisation für Islamische Zusammenarbeit und dem Golf-Kooperationsrat so koordiniert wird, dass der Finanzierung des IS durch internationale Akteure und den Handel mit illegal gewonnenem Erdöl durch diese terroristische Organisation der Riegel vorgeschoben wird; hebt in diesem Zusammenhang außerdem hervor, dass die Zollbehörden an den Grenzen der Türkei, des Irak und Syriens dringend stärker zusammenarbeiten müssen, damit verhindert wird, dass der IS illegales Erdöl verkaufen kann;
7. is verheugd over de deelname van een aantal landen van de MONA-regio aan de internationale coalitie tegen ISIS/Da'esh; verzoekt hun regeringen en de internationale gemeenschap dringend hun inspanningen in de strijd tegen de financiering van het internationale terrorisme en de oorlogen in Syrië en Libië op te voeren; herhaalt zijn oproep aan alle landen van de regio om te voorkomen dat individuen en particuliere of publieke entiteiten financiële middelen verstrekken of financiering mogelijk maken ten behoeve van terroristische organisaties en Syrische individuen en bedrijven die banden met de Syrische regering hebben en vallen onder EU–sancties die strikt genoeg moeten zijn; dringt aan op hun deelneming aan stelsels voor regionale samenwerking om het kapitaalverkeer te kunnen bewaken waarbij een samenwerking tot stand wordt gebracht tussen de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), de LAS, de OIS en de instellingen van de EU; onderstreept dat het dringend noodzakelijk is een doeltreffend stelsel van sancties op te zetten dat met de LAS, OIS en GCC wordt gecoördineerd om een einde te maken aan de financiering van ISIS/Da'esh door internationale actoren en de verkoop van illegaal geproduceerde olie door de terroristische organisatie; onderstreept in dit verband tevens de urgente noodzaak van meer samenwerking tussen de douaneautoriteiten aan de grens van Turkije, Irak en Syrië om te verhinderen dat ISIS/Da'esh illegale olie verkoopt;

7. begrüßt, dass sich einige Länder der MENA-Region an der internationalen Koalition gegen den ISIL/Da'isch beteiligen; fordert die Regierungen dieser Länder und die internationale Gemeinschaft nachdrücklich auf, in Bezug auf die Verhinderung der Finanzierung des internationalen Terrorismus und der Kriege in Syrien und Libyen ein deutlich stärkeres Engagement zu zeigen; fordert nochmals alle Länder der Region auf, dafür zu sorgen, dass Einzelpersonen und private sowie öffentliche Organisationen terroristische Organisationen oder syrische Bürger oder Unternehmen aus dem Umfeld der syrischen Regierung weder finanziell unterstützen noch zu deren Finanzierung beitragen können, zumal die EU gegen diese Organisationen, syrischen Bürger bzw. Unternehmen Sanktionen verhängt hat, die eine entsprechende Durchschlagskraft haben müssen; fordert im Interesse der Zusammenarbeit zwischen dem Golf-Kooperationsrat, der Arabischen Liga, der Organisation für Islamische Zusammenarbeit und den EU-Organen, dass sich diese Länder an regionalen Kooperationsprogrammen zur Überwachung von Kapitalbewegungen beteiligen; hebt hervor, dass ein effizientes Sanktionssystem eingeführt werden muss, das zusammen mit der Arabischen Liga, der Organisation für Islamische Zusammenarbeit und dem Golf-Kooperationsrat so koordiniert wird, dass der Finanzierung des ISIL/Da’isch durch internationale Akteure und den Handel mit illegal gewonnenem Erdöl durch diese terroristische Organisation der Riegel vorgeschoben wird; hebt in diesem Zusammenhang außerdem hervor, dass die Zollbehörden an den Grenzen der Türkei, des Irak und Syriens dringend stärker zusammenarbeiten müssen, damit verhindert wird, dass der ISIL/Da’isch illegales Erdöl verkaufen kann;
7. is verheugd over de deelname van een aantal landen van de MONA-regio aan de internationale coalitie tegen ISIS/Da'esh; verzoekt hun regeringen en de internationale gemeenschap dringend hun inspanningen in de strijd tegen de financiering van het internationale terrorisme en de oorlogen in Syrië en Libië op te voeren; herhaalt zijn oproep aan alle landen van de regio om te voorkomen dat individuen en particuliere of publieke entiteiten financiële middelen verstrekken of financiering mogelijk maken ten behoeve van terroristische organisaties en Syrische individuen en bedrijven die banden met de Syrische regering hebben en vallen onder EU-sancties die strikt genoeg moeten zijn; dringt aan op hun deelneming aan stelsels voor regionale samenwerking om het kapitaalverkeer te kunnen bewaken waarbij een samenwerking tot stand wordt gebracht tussen de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), de LAS, de OIS en de instellingen van de EU; onderstreept dat het dringend noodzakelijk is een doeltreffend stelsel van sancties op te zetten dat met de LAS, OIS en GCC wordt gecoördineerd om een einde te maken aan de financiering van ISIS/Da'esh door internationale actoren en de verkoop van illegaal geproduceerde olie door de terroristische organisatie; onderstreept in dit verband tevens de urgente noodzaak van meer samenwerking tussen de douaneautoriteiten aan de grens van Turkije, Irak en Syrië om te verhinderen dat ISIS/Da'esh illegale olie verkoopt;

Gemäß Artikel 5 § 2 Nr. 1 des Dekrets vom 28. Februar 2003 über die flämische Eingliederungspolitik sind die Bürger der « EU+ », das heißt der Länder, die zum Europäischen Wirtschaftsraum gehören, zuzüglich der Schweiz, von der Eingliederungspflicht befreit.
Krachtens artikel 5, § 2, 1°, van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid zijn de burgers van de « EU+ », zijnde de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte, aangevuld met Zwitserland, vrijgesteld van de inburgeringsplicht.

Mit diesem Vorschlag sollen die Anhänge zur Verordnung 539/2001 geändert werden, in denen eine Liste der Länder festgelegt wird, deren Bürger beim Überschreiten der Außengrenzen im Besitz eines Visums sein müssen, sowie eine Liste der Länder, deren Bürger von dieser Visumpflicht befreit sind – Überführung der Republik Moldau von der Negativliste (Anhang I) in die Positivliste (Anhang II).
Dit voorstel heeft tot doel de bijlagen van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld te wijzigen door de Republiek Moldavië over te brengen van de negatieve lijst (bijlage I) naar de positieve lijst (bijlage II).

Die Freizügigkeit der EU-Bürger fördert das Wirtschaftswachstum, da die Bürger die Möglichkeit haben, in andere Länder zu reisen, dort zu studieren und zu arbeiten, und Arbeitgeber bei der Besetzung von Stellen auf einen größeren Pool potenzieller Mitarbeiter zurückgreifen können.
Het vrije verkeer van EU-burgers is een stimulans voor economische groei: mensen krijgen de kans te reizen, te studeren en te werken buiten de landsgrenzen, en werkgevers kunnen putten uit een grotere pool aan talent.

3. betont die Bedeutung eines erleichterten Zugangs der Bürger der Länder des westlichen Balkans zur Europäischen Union, der durch eine angemessene Visa-Regelung ermöglicht werden sollte; begrüßt in diesem Zusammenhang die Abkommen über Visa-Erleichterungen und die Rückübernahmeabkommen, die zum 1. Januar 2008 in Kraft getreten sind; hebt allerdings hervor, dass die Bürger dieser Länder weiterhin Schwierigkeiten haben, Visa für EU-Länder zu erhalten; fordert die Kommission auf, alle Anstrengungen zu unternehmen, um den Dialog mit den Ländern der Region und die Umsetzung der Fahrpläne mit dem Ziel fortzuführen, Visafreiheit einzuführen, sobald diese Länder die erforderlichen Kriterien dafür erfüllen;
3. onderstreept het belang van gemakkelijke toegang voor de burgers uit de westelijke Balkanlanden tot de Europese Unie, die moet worden mogelijk gemaakt door een passende visumregeling; toont zich in dit verband verheugd over de versoepeling van de visumverplichtingen en de overnameovereenkomsten die op 1 januari 2008 van kracht zijn geworden; benadrukt echter dat burgers uit die landen nog steeds problemen hebben met het verkrijgen van visa voor EU-lidstaten; roept de Commissie op alles in het werk te stellen om de dialoog met de landen in de regio en de tenuitvoerlegging van de routekaarten voort te zetten om te komen tot een visumvrije regeling zodra deze landen aan de vereiste criteria voldoen;

19. vertritt die Auffassung, dass es sehr wichtig ist, dass das Recht der Bürger in armen Ländern auf Entwicklung gewahrt wird und nicht nur das Interesse der Regierungen der armen Länder berücksichtigt wird, und dass arme Länder ihre eigenen Entwicklungsstrategien und wirtschaftspolitischen Maßnahmen festlegen und durchführen müssen; vertritt die Auffassung, dass das Recht auf Industrialisierung Teil des Rechts auf Entwicklung ist, und ist daher der Ansicht, dass jedes Land, und vor allem jedes Entwicklungsland, in dem sich die Entwicklung der Industrie noch in einem frühen Stadium befindet, das Recht hat, Regelungen für seine Industrie zu erlassen, um gegen Sozial- oder Umweltdumping vorzugehen; ist jedoch der Auffassung, dass dies diese Länder nicht veranlassen darf, unilateral gegen ihre Verpflichtungen aus internationalen Abkommen und Verträgen zu verstoßen;
19. is van mening dat het essentieel is dat het recht op ontwikkeling van de inwoners van arme landen wordt gewaarborgd en niet alleen de belangen van de overheden van die landen en dat arme landen zelf hun ontwikkelingsstrategieën en economische beleid moeten kunnen bepalen; is van mening dat het recht op industrialisering behoort tot het recht op ontwikkeling en dat derhalve ieder land, en met name de ontwikkelingslanden, waar de ontwikkeling van de industrie nog in een pril stadium verkeert, het recht heeft zijn industrie te reguleren om op te treden tegen sociale dumping of milieudumping; is echter van mening dat dit er niet toe mag leiden dat dergelijke landen hun uit internationale verdragen en contracten voorvloeiende verplichtingen niet nakomen;