Artikel 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. April 1995 über den Handelsvertretervertrag, vor seiner Aufhebung durch das Gesetz vom 4. Mai 1999, verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er festlegt, dass das Gesetz nicht auf die durch die Börsengesellschaften mit ihren Vertretern abgeschlossenen Verträge anwendbar ist.
Artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing ervan bij de wet van 4 mei 1999, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het bepaalt dat de wet niet van toepassing is op de door de beursvennootschappen met hun agenten afgesloten overeenkomsten.