In der Begründung wird in diesem Zusammenhang präzisiert: « Angesichts dessen, dass mit dem Brevet bezweckt wird, alle Bewerber auszusuchen, die zur Ausübung der Ämter fähig sind, und keine anderen Bewerber, eignet sich als einzige Einstufung diejenige des Dienstalters » (ebenda, SS. 2-3).
In de memorie van toelichting wordt in dat verband gepreciseerd dat, « aangezien het brevet tot doel heeft alle kandidaten te kiezen die bekwaam zijn om de ambten uit te oefenen, en geen enkele andere kandidaat, de enige aangewezen rangschikking die van de anciënniteit is » (ibid., pp. 2-3).