In Abweichung von Absatz 1 wird die Umzäunung nicht gefordert, wenn sich die Ausrüstung, in der die Zerstörung des nicht verwerteten Biogases vorgenommen werden kann, nicht am Boden befindet, insofern nachgewiesen werden kann, dass die am Boden gemessene thermische Strahlung an den Orten, an denen sich Personen befinden können, 6.4 kW/m nicht überschreitet.
In afwijking van het eerste lid wordt de omheining niet geëist als de uitrusting waarmee het niet gevaloriseerde biogas vernietigd kan worden zich niet op de grond bevindt, voor zover is aangetoond dat de op grondniveau gemeten thermische radiatie niet hoger is dan 6.4 kW/m op de plekken waar personen aanwezig kunnen zijn.