Aus der Begründung der Verweisungsentscheidung geht hervor, dass der vorlegende Richter der Auffassung ist, der frühere Artikel 1463 des Zivilgesetzbuches bleibe anwendbar « kraft der Ubergangsbestimmungen des Gesetzes vom 14. Juli 1976 », und dass er diese Ubergangsbestimmungen unter Bezugnahme auf ein Urteil des Kassationshofes vom 6. Juni 2005 (Pas., 2005, Nr. 318) auslegt.
Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter van mening is dat het vroegere artikel 1463 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing blijft « krachtens de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 » en dat hij die overgangsbepalingen interpreteert met verwijzing naar een arrest van het Hof van Cassatie van 6 juni 2005 (Arr. Cass., 2005, nr. 318).