Vertaling van "bevölkerung zeitraum " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

anwesende Bevölkerung | De-facto-Bevölkerung | ortsanwesende Bevölkerung | tatsächliche Bevölkerung
de facto bevolking

Überalterung der Bevölkerung [ Alterung der Bevölkerung | Demografische Alterung ]
vergrijzing van de bevolking [ demografische vergrijzing | grijze druk | vergrijzing ]

geografische Verteilung der Bevölkerung [ geographische Verteilung der Bevölkerung ]
geografische spreiding van de bevolking

Zivilschutz [ Schutz der Bevölkerung | zivile Verteidigung | Zivilverteidigung ]
burgerbescherming [ bescherming van de burgerbevolking | burgerverdediging | civiele verdediging | veiligheid van de burger ]

ansässige Bevölkerung | sesshafte Bevölkerung
sedentaire bevolking

vom Wald abhängige Bevölkerung | vom Waldökosystem abhängige Bevölkerung
van het bos afhankelijke bevolkingsgroep

Zeitraum primärer Arbeitsunfähigkeit
periode van primaire arbeidsongeschiktheid

Zeitraum
termijn

Zeitraum aktiven Dienstes
periode van actieve dienst

Menarche | Zeitraum | in dem die erste Monatsblutung stattfindet
menarche | eerste maandstonden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Es sei angemerkt, dass laut den jüngsten Prognosen des Föderalen Planbüros in einem Bericht vom März 2015 die von der jetzigen Regierung vorgesehenen Maßnahmen, einschließlich der Maßnahmen des vorliegenden Gesetzentwurfs, es ermöglichen würden, die Haushaltskosten der Alterung der Bevölkerung in Bezug auf die Pension um 1,7% des BIP im Zeitraum 2014-2060 zu verringern.
Er dient te worden benadrukt dat volgens nieuwe voorspellingen van het Federaal Planbureau in een verslag van maart 2015 de door de huidige regering voorziene maatregelen, met inbegrip van de maatregelen in onderhavig wetsontwerp zouden toelaten de budgettaire kost van de vergrijzing op het gebied van pensioen met 1,7 % van het BBP over de periode 2014-2060 te verminderen.

Zum Zwecke der Anwendung des Artikels 16 Absatz 4 EUV und des Artikels 238 Absätze 2 und 3 AEUV sowie des Artikels 3 Absatz 2 des Protokolls Nr. 36 gelten für den Zeitraum vom 1. November 2014 bis zum 31. Dezember 2014 folgende Zahlenangaben für die Bevölkerung der Union und die Bevölkerung jedes einzelnen Mitgliedstaats sowie für den prozentualen Anteil der Bevölkerung der einzelnen Mitgliedstaaten an der Bevölkerung der Union:
Voor de toepassing van artikel 16, lid 4, VEU, artikel 238, leden 2 en 3, VWEU, en artikel 3, lid 2, van Protocol nr. 36, zijn de bevolking van de Unie en de bevolking van elke lidstaat, alsmede het percentage van de bevolking van elke lidstaat in verhouding tot de bevolking van de Unie, voor de periode van 1 november 2014 tot en met 31 december 2014 als volgt:

G. in der Erwägung, dass die Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter (20-64 Jahre) in der EU der 27 im Zeitraum wischen 1990 und 2010 um 1,8%, die Zahl der älteren Menschen (65+) jedoch um 3,7% gestiegen ist und der Anteil der Jugendlichen an der Bevölkerung (0-19 Jahre) um 5,4% zurückgegangen ist; in der Erwägung, dass der Anteil der Über-65-Jährigen an der Bevölkerung aller Voraussicht nach von 17,4% im Jahr 2010 auf 30% im Jahr 2060 steigen wird ;
G. overwegende dat tussen 1990 en 2010 de beroepsbevolking (20-64 jaar) in de EU-27 met 1,8% is gestegen, de oudere bevolking (65+) met 3,7% is toegenomen en het aandeel jongeren (0-19 jaar) met 5,4% is verminderd; overwegende dat het aandeel van de beroepsbevolking dat ouder is dan 65 jaar, naar verwachting zal stijgen van 17,4% in 2010 tot 30% in 2060 ,

G. in der Erwägung, dass die Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter (20-64 Jahre) in der EU der 27 im Zeitraum wischen 1990 und 2010 um 1,8%, die Zahl der älteren Menschen (65+) jedoch um 3,7% gestiegen ist und der Anteil der Jugendlichen an der Bevölkerung (0-19 Jahre) um 5,4% zurückgegangen ist; in der Erwägung, dass der Anteil der Über-65-Jährigen an der Bevölkerung aller Voraussicht nach von 17,4% im Jahr 2010 auf 30% im Jahr 2060 steigen wird;
G. overwegende dat tussen 1990 en 2010 de beroepsbevolking (20-64 jaar) in de EU-27 met 1,8% is gestegen, de oudere bevolking (65+) met 3,7% is toegenomen en het aandeel jongeren (0-19 jaar) met 5,4% is verminderd; overwegende dat het aandeel van de beroepsbevolking dat ouder is dan 65 jaar, naar verwachting zal stijgen van 17,4% in 2010 tot 30% in 2060,

Zum Zwecke der Anwendung des Artikels 16 Absatz 4 EUV und des Artikels 238 Absätze 2 und 3 AEUV sowie des Artikels 3 Absatz 2 des Protokolls Nr. 36 gelten für den Zeitraum vom 1. Januar 2015 bis zum 31. Dezember 2015 folgende Zahlenangaben für die Bevölkerung der Union und die Bevölkerung jedes einzelnen Mitgliedstaats sowie für den prozentualen Anteil der Bevölkerung der einzelnen Mitgliedstaaten an der Bevölkerung der Union:
Voor de toepassing van artikel 16, lid 4, VEU, artikel 238, leden 2 en 3, VWEU, en artikel 3, lid 2, van Protocol nr. 36 zijn de bevolking van de Unie en de bevolking van elke lidstaat, alsmede het percentage van de bevolking van elke lidstaat in verhouding tot de bevolking van de Unie, voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 als volgt:

(5) Ist ein Beschluss des Rates mit qualifizierter Mehrheit zu fassen, so werden 65 % der Bevölkerung der Union oder — wenn sich nicht alle Mitgliedstaaten an der Abstimmung beteiligen — der Bevölkerung der beteiligten Mitgliedstaaten und die Mindestzahl von Mitgliedern des Rates, die zusammen mehr als 35 % der Bevölkerung der beteiligten Mitgliedstaaten vertreten, gemäß den Bevölkerungszahlen in Anhang III berechnet. Diese Zahlen finden auch im Zeitraum vom 1. November 2014 bis zum 31. März 2017 Anwendung, wenn gemäß Artikel 3 Absatz 2 des dem Vertrag über die Europäische Union, dem Vertrag über die Arbeitsweise der Europäischen Union und dem Vertrag zur Gründung der Europäischen Atomgemeinschaft beigefügten Protokolls Nr. 36 über die Übergangsmaßnahmen ein Mitglied des Rates beantragt, dass die Beschlussfassung mit der qualifizierten Mehrheit nach Absatz 3 des genannten Artikels erfolgt und ein Mitglied des Rates beantragt, dass überprüft wird, ob die Mitgliedstaaten, die diese qualifizierte Mehrheit bilden, mindestens 62 % der Gesamtbevölkerung der Union ausmachen.
5. Bij de aanneming van een besluit door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt 65 % van de bevolking van de Unie of, indien niet alle lidstaten aan de stemming deelnemen, van de bevolking van de deelnemende lidstaten, en het minimum aantal van de leden van de Raad die meer dan 35 % van de bevolking van de deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, berekend aan de hand van de bevolkingscijfers in bijlage III. Deze cijfers zijn ook van toepassing tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017 wanneer, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie gehechte Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen, een lid van de Raad verzoekt dat het besluit wordt genomen met de in lid 3 van dat artikel omschreven gekwalificeerde meerderheid en een lid van de Raad verzoekt na te gaan of de lidstaten welke de gekwalificeerde meerderheid vormen, ten minste 62 % van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigen.

R. in der Erwägung, dass im Zeitraum 2000 bis 2005 die Einkommensungleichheit in der Union (S80/S20-Verhältnis) laut Angaben der Gemeinschaftsstatistik über Einkommen und Lebensbedingungen (EU-SILC) beträchtlich von 4,5 auf 4,9 gestiegen ist, so dass im Jahre 2005 die reichsten 20 % der Bevölkerung der Union ein Einkommen aufwiesen, das nahezu fünfmal höher als das der verbleibenden 80 % der Bevölkerung war,
R. overwegende dat de inkomensongelijkheid in de Unie (de S80/S20-ratio) in de periode van 2000 tot 2005 volgens gegevens van EU-SILC opmerkelijk is gestegen van 4,5 naar 4,9, zodat de rijkste 20% van de bevolking van de Unie in 2005 over een inkomen beschikte dat bijna vijf keer hoger is dan dat van de resterende 80% van de bevolking,

R. in der Erwägung, dass im Zeitraum 2000 bis 2005 die Einkommensungleichheit in der Union (S80/S20-Verhältnis) laut Angaben der Gemeinschaftsstatistik über Einkommen und Lebensbedingungen (EU-SILC) beträchtlich von 4,5 auf 4,9 gestiegen ist, so dass im Jahre 2005 die reichsten 20 % der Bevölkerung der Union ein Einkommen aufwiesen, das nahezu fünfmal höher als das der verbleibenden 80 % der Bevölkerung war,
R. overwegende dat de inkomensongelijkheid in de Unie (de S80/S20-ratio) in de periode van 2000 tot 2005 volgens gegevens van EU-SILC opmerkelijk is gestegen van 4,5 naar 4,9, zodat de rijkste 20 procent van de bevolking van de Unie in 2005 over een inkomen beschikte dat bijna vijf keer hoger is dan dat van de resterende 80% van de bevolking,

H. in der Erwägung, dass die Zuwanderung ein positives Element der europäischen Bevölkerungsstruktur darstellt und dass die positive Nettobilanz von 2 Millionen Zuwanderern im Zeitraum 2004-2005 dazu beiträgt, den Rückgang der erwerbstätigen Bevölkerung zu bremsen, weswegen diese Zahl zumindest beibehalten werden muss, wenn die Union vermeiden möchte, dass ihre erwerbstätige Bevölkerung bereits 2017 stark zurückgeht,
H. overwegende dat immigratie een positieve rol vervult voor de samenstelling van de Europese bevolking en dat het netto positieve overschot van 2 miljoen immigranten in 2004-2005, dat ertoe bijdraagt dat de bevolking in de werkzame leeftijd minder snel daalt, in ieder geval in stand moet worden gehouden wil de Unie haar bevolking in de werkende leeftijd niet sterk zien afnemen na 2017,

Tabelle 4 Einzeldarlehen pro Kopf der Bevölkerung(Zeitraum 1994- 1998)
Tabel 4 Persoonlijke leningen per hoofd van de bevolking (periode 1994- 1998)