(c) fördert in enger Zusammenarbeit mit den Behörden der betreffenden Mitgliedstaaten und vorbehaltlich der in dieser Hinsicht nach nationalem Recht anwendbaren Verfahren den Dialog, insbesondere zwischen den regionalen und kommunalen Behörden sowie den Betreibern, den Nutzern, den regionalen und kommunalen Behörden sowie den Vertretern der Zivilgesellschaft, um im Hinblick auf eine optimale Nutzung der geförderten Infrastrukturen den Bedarf an Verkehrsdiensten und deren Parameter sowie mögliche Hindernisse besser in Erfahrung zu bringen.
(c) draagt, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de betrokken lidstaten en onverminderd de procedures die gelden in het nationale recht ter zake, bij aan de dialoog met name met de regionale en lokale autoriteiten en met de exploitanten, de gebruikers van het vervoer, de regionale en lokale autoriteiten en de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, teneinde beter op de hoogte te zijn van de vraag naar vervoer, de randvoorwaarden en de omvang van de diensten die benodigd zijn om het gebruik van de gefinancierde infrastructuur te optimaliseren.