Vertaling van "betreffend parlamentarische " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Parlamentarischer Assistentin | Parlamentarischer Assistent | Parlamentarischer Assistent/Parlamentarische Assistentin
medewerker van een lid van het parlement | medewerkster van een lid van het parlement | parlementair assistent | parlementair medewerker

Zuständigkeit des Parlaments [ autonome Geschäftsordnung | parlamentarische Genehmigung | parlamentarische Geschäftsordnung | Parlamentsbefugnis ]
bevoegdheid van het Parlement [ macht van het Parlement | regelgevende autonomie ]

parlamentarische Abstimmung
parlementaire stemming

parlamentarische Kontrolle [ demokratische Kontrolle ]
parlementair toezicht [ democratische controle ]

parlamentarische Untersuchungskommission | parlamentarischer Untersuchungsausschuß
commissie van onderzoek | parlementaire commissie van onderzoek | parlementaire enquetecommissie

Parlamentarische Versammlung der Organisation für wirtschaftliche Zusammenarbeit der Anrainerstaaten des Schwarzen Meeres | Parlamentarische Versammlung der Schwarmeerwirtschaftskooperation | PABSEC [Abbr.]
Parlementaire Vergadering van de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte-Zeegebied | Pabsec [Abbr.]

Ausschuss für Parlamentarische Kooperation | Parlamentarischer Kooperationsausschuss | PKA [Abbr.]
Parlementair Samenwerkingscomité | PSC [Abbr.]

parlamentarischer Konzertierungsausschuss
parlementaire overlegcommissie

parlamentarisches Verfahren
parlementaire procedure

parlamentarische Untersuchung
parlementair onderzoek

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Ferner wurden mehrere parlamentarische Anfragen betreffend die Einhaltung dieser Vorschriften an die Kommission gerichtet.
Bovendien zijn er ettelijke parlementaire vragen gericht aan de Commissie in verband met de eerbiediging van deze bepalingen in de lidstaten.

Im Einklang mit der interinstitutionellen Rahmenvereinbarung über die Beziehungen zwischen dem Europäischen Parlament und der Europäischen Kommission hat Präsident Juncker den Präsidenten des Europäischen Parlaments, Martin Schulz, über den Rücktritt Lord Hills informiert und ihm seine Absicht mitgeteilt, das betreffende Portfolio auf Vizepräsident Dombrovskis zu übertragen, damit die parlamentarische Konsultation stattfinden kann (Artikel 7 der interinstitutionellen Rahmenvereinbarung).
Overeenkomstig het interinstitutioneel Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie heeft voorzitter Juncker Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement, in kennis gesteld van het ontslag van Lord Hill en van zijn voornemen om de portefeuille aan vicevoorzitter Dombrovskis over te dragen, zodat de relevante raadpleging van het Parlement kan plaatsvinden (punt 7 van het interinstitutioneel kaderakkoord).

5. stellt fest, dass 2009 das erste Jahr der Anwendung des Statuts der Abgeordneten des Europäischen Parlaments und des Statuts der akkreditierten parlamentarischen Assistenten war; stellt fest, dass es anfangs einige Probleme mit den Durchführungsbestimmungen zum Assistentenstatut gab, begrüßt jedoch, dass die innerhalb des Präsidiums eingerichtete nichtständige Evaluierungsgruppe für die Umsetzung des Abgeordneten- und Assistentenstatuts Änderungen an den Durchführungsbestimmungen zum Abgeordnetenstatut vorgeschlagen hat, die (i) die Reisen der Mitglieder, (ii) die Krankenversicherung der Mitglieder und die Erstattung von Krankheitskosten, (iii) die Dienstreisekosten von Assistenten, (iv) die Dauer und die Verlängerung von Assistentenverträgen, (v) die Fortbildung der Assistenten und (vi) die Bestimmungen betreffend die Praktikanten der Mitglieder sowie andere Änderungen am Assistentenstatut betreffen, insbesondere zu (i) der Verwendung der Zulage für parlamentarische Assistenz und der allgemeinen Kostenvergütung, (ii) den Zahlstellen und (iii) der Änderung des Beschwerde- und Einspruchsverfahrens für die Mitglieder; betont, dass diese Änderungen spätestens bis 30. November 2011 umgesetzt werden sollten;
5. stelt vast dat 2009 het eerste jaar van uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement en het Statuut van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers was; wijst op een aantal aanvangsproblemen in verband met de maatregelen ter uitvoering van het statuut van de parlementair medewerkers, maar begroet het feit dat een door het Bureau ingestelde tijdelijke evaluatiegroep voor het Statuut van de leden en dat van de medewerkers wijzigingen op de maatregelen ter uitvoering van het Statuut van de leden heeft voorgesteld, die betrekking hebben op (i) reizen van leden, (ii) de ziekteverzekering van de leden en de vergoeding van hun medische kosten, (iii) dienstreizen van medewerkers, (iv) duur en verlenging van contracten van medewerkers, (v) beroepstraining van medewerkers, en (vi) regels betreffende stagiairs van leden, alsook andere wijzigingen in het Statuut van de medewerkers, met name ten aanzien van (i) het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire assistentie en algemene uitgaven, (ii) derdebetalenden, en (iii) herziening van de klachten- en beroepsprocedure voor leden; benadrukt dat deze wijzigingen uiterlijk op 30 november 2011 moeten worden doorgevoerd;

4. stellt fest, dass 2009 das erste Jahr der Anwendung des Statuts der Abgeordneten des Europäischen Parlaments und des Statuts der akkreditierten parlamentarischen Assistenten war; stellt fest, dass es anfangs einige Probleme mit den Durchführungsbestimmungen zum Assistentenstatut gab, begrüßt jedoch, dass die innerhalb des Präsidiums eingerichtete nichtständige Evaluierungsgruppe für die Umsetzung des Abgeordneten- und Assistentenstatuts Änderungen an den Durchführungsbestimmungen zum Abgeordnetenstatut vorgeschlagen hat, die (i) die Reisen der Mitglieder, (ii) die Krankenversicherung der Mitglieder und die Erstattung von Krankheitskosten, (iii) die Dienstreisekosten von Assistenten, (iv) die Dauer und die Verlängerung von Assistentenverträgen, (v) die Fortbildung der Assistenten und (vi) die Bestimmungen betreffend die Praktikanten der Mitglieder sowie andere Änderungen am Assistentenstatut betreffen, insbesondere zu (i) der Verwendung der Zulage für parlamentarische Assistenz und der allgemeinen Kostenvergütung, (ii) den Zahlstellen und (iii) der Änderung des Beschwerde- und Einspruchsverfahrens für die Mitglieder; betont, dass diese Änderungen spätestens bis 30. November 2011 umgesetzt werden sollten;
4. stelt vast dat 2009 het eerste jaar van uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement en het Statuut van de geaccrediteerde parlementaire medewerkers was; wijst op een aantal aanvangsproblemen in verband met de maatregelen ter uitvoering van het statuut van de parlementair medewerkers, maar begroet het feit dat een door het Bureau ingestelde Tijdelijke Evaluatiegroep voor het Statuut van de leden en dat van de medewerkers wijzigingen op de maatregelen ter uitvoering van het Statuut van de leden heeft voorgesteld, die betrekking hebben op (i) reizen van leden, (ii) de ziekteverzekering van de leden en de vergoeding van hun medische kosten, (iii) dienstreizen van medewerkers, (iv) duur en verlenging van contracten van medewerkers, (v) beroepstraining van medewerkers, en (vi) regels betreffende stagiairs van leden en andere wijzigingen in het Statuut van de medewerkers, met name ten aanzien van (i) het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire assistentie en algemene uitgaven, (ii) derdebetalenden, en (iii) herziening van de klachten- en beroepsprocedure voor leden; benadrukt dat deze wijzigingen uiterlijk op 30 november 2011 moeten worden doorgevoerd;

Mit dem famosen Änderungsantrag 6 betreffend parlamentarische Anfragen werden unsere Rechte wiederum eingeschränkt.
Ook het fameuze amendement 6 over de parlementaire vragen is een zoveelste beknotting van onze rechten.

26. nimmt ferner den Punkt des Jahresberichts zur Weiterverfolgung von Bemerkungen aus früheren Jahresberichten betreffend die pauschale Erstattung der Kosten für die Unterbringung bei Dienstreisen von Beamten und zu den Belegen hinsichtlich der Verwendung der Kostenerstattung für parlamentarische Assistenz zur Kenntnis; verweist im Zusammenhang mit der zusätzlichen freiwilligen Ruhegehaltsregelung darauf, dass klare Vorschriften zur Festlegung der Haftung und Zuständigkeiten des Europäischen Parlaments und der Mitglieder, die diese Regelung in Anspruch nehmen, erlassen werden müssen, die im Falle eines Defizits greifen;
26. neemt daarnaast nota van de tekst in het jaarverslag over de follow-up van de opmerkingen in voorgaande jaarverslagen met betrekking tot de forfaitaire vergoeding van verblijfskosten van ambtenaren op dienstreis, bewijsstukken betreffende het gebruik van de vergoeding voor parlementaire medewerkers, en, m.b.t. de aanvullende vrijwillige pensioenregeling, de noodzaak van het vaststellen van duidelijke regels betreffende de aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden van het Parlement en de aangeslotenen bij de pensioenregeling in het geval van een tekort;

H. in der Erwägung, dass die Nationalversammlung des Königreichs Kambodscha am 3. Februar 2005 die parlamentarische Immunität von drei Abgeordneten der Sam Rainsy-Partei aufgehoben hat, und zwar die des Vorsitzenden Sam Rainsy sowie die von Chea Poch und Cheam Channy, was eine Verletzung von Artikel 80 der Verfassung des Königreichs Kambodscha betreffend die parlamentarische Immunität darstellt,
H. overwegende dat de nationale vergadering van het Koninkrijk Cambodja op 3 februari 2005 de parlementaire immuniteit van drie leden van de oppositiepartij Sam Rainsy heeft opgeheven, namelijk van voorzitter Sam Rainsy, Chea Poch en Cheam Channy, hetgeen in strijd is met artikel 80 van de grondwet van het Koninkrijk Cambodja inzake parlementaire immuniteit,

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Robert URBAIN Minister für Außenhandel und europäische Angelegenheiten Dänemark Herr Joergen ROSTED Staatssekretär für Handel und Industrie Deutschland Herr Johannes LUDEWIG Staatssekretär, Bundesministerium für Wirtschaft Griechenland Herr Ioannis ANTHOPOULOS Staatssekretär für Wirtschaft Spanien Herr Carlos WESTENDORP y CABEZA Staatssekretär für die Beziehungen zu den Europäischen Gemeinschaften Frankreich Herr Michel BARNIER Beigeordneter Minister für europäische Angelegenheiten Irland Herr Enda KENNY Minister für Fremdenverkehr und Handel Italien Herr Giorgio RATTI Staatssekretär für den Haushalt und die Gemeinschaftspolitiken Luxemburg Herr Georges WOHLFART Staatssekretär, Ministerium für auswärtige Angelegenheiten, Außenhandel und Zusammenarbeit Niederlande Herr Michiel PATIJN Staatssekretär, Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Österreich Herr Johannes DITZ Minister für wirtschaftliche Angelegenheiten Portugal Herr Vitor MARTINS Staatssekretär für die europäische Integration Finnland Herr Antti KALLIOMÄKI Minister für Handel und Industrie Schweden Herr Mats HELLSTRÖM Minister für Außenhandel und Europafragen Vereinigtes Königreich Herr Ian TAYLOR Parlamentarischer Staatssekretär, Ministerium für Handel und Industrie, zuständig für Handel und Technologie Kommission Herr Martin BANGEMANN Mitglied Herr Mario MONTI Mitglied Gemeinsame Tagung Rat/assoziierte mittel- und osteuropäische Länder einschließlich der baltischen Staaten An dieser Tagung nahmen außer den Teilnehmern der Tagung des Rates "Binnenmarkt" folgende Vertreter der assoziierten mittel- und osteuropäischen Länder und der baltischen Staaten teil: Bulgarien Herr Kiril TSOCHEV Stellvertretender Premierminister, Minister für Handel und wirtschaftliche Zusammenarbeit Ungarn Herr Laszlo PAL Minister für Industrie und Handel Polen Herr Jacek SARYUSZ-WOLSKI Staatssekretär, Ministerrat Rumänien He ...
De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België de heer Robert URBAIN Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Denemarken de heer Jörgen ROSTED Staatssecretaris van Handel en Industrie Duitsland de heer Johannes LUDEWIG Staatssecretaris van Economische Zaken Griekenland de heer Ioannis ANTHOPOULOS Staatssecretaris van Economische Zaken Spanje de heer Carlos WESTENDORP y CABEZA Staatssecretaris voor de Betrekkingen met de Europese Gemeenschappen Frankrijk de heer Michel BARNIER Onderminister van Europese Zaken Ierland de heer Enda KENNY Minister van Toerisme en Handel Italië de heer Giorgio RATTI Staatssecretaris van Begroting en Gemeenschapsbeleid Luxemburg de heer Georges WOHLFART Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking Nederland de heer Michiel PATIJN Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Oostenrijk de heer Johannes DITZ Minister van Economische Zaken Portugal de heer Vitor MARTINS Staatssecretaris van Europese Integratie Finland de heer Antti KALLIOMÄKI Minister van Handel en Industrie Zweden de heer Mats HELLSTRÖM Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Verenigd Koninkrijk de heer Ian TAYLOR Onderminister van Handel en Industrie (Handel en Technologie) Commissie de heer Martin BANGEMANN Lid de heer Mario MONTI Lid Gemeenschappelijke vergadering Raad/Geassocieerde LMOE, met inbegrip van de Baltische Staten Behalve de deelnemers aan de Raad Interne Markt hebben de volgende vertegenwoordigers van de geassocieerde LMOE en de Baltische landen deze zitting bijgewoond : Bulgarije : de heer Kiril TSOCHEV Vice-Premier, minister van Handel en Economische Samenwerking Hongarije : De heer Laszlo PAL Minister van Industrie en Handel Polen : de heer Jacek SARYUSZ-WOLSKI Onderstaatssecretaris, Raad van Ministers Roemenië : de heer Petru CRISAN Minister van Handel De Slowaakse Republiek: de heer Marian MOJZIS Staatssecretaris van Economische Zaken de Tsjechische Republ ...

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europaeische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Frank VANDENBROUCKE Vizepremierminister, Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Robert URBAIN Minister des Aussenhandels und der europaeischen Angelegenheiten Daenemark Herr Niels HELVEG PETERSEN Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Jorgen OESTROEM MOELLER Staatssekretaer fuer auswaertige Angelegenheiten Deutschland Herr Klaus KINKEL Bundesminister des Auswaertigen Herr Werner HOYER Staatsminister, Auswaertiges Amt Griechenland Herr Georges Alexandre MANGAKIS Stellvertretender Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Athanassios THEODORAKIS Staatssekretaer fuer europaeische Angelegenheiten Spanien Herr Javier SOLANA Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Carlos WESTENDORP Staatssekretaer fuer die Beziehungen zu den Europaeischen Gemeinschaften Frankreich Herr Alain JUPPE Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Alain LAMASSOURE Beigeordneter Minister, zustaendig fuer europaeische Angelegenheiten Irland Herr Dick SPRING Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Gay MITCHELL Staatsminister fuer europaeische Angelegenheiten Italien Herr Emanuele SCAMMACCA Staatssekretaer im Ministerium fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Mario D'URSO Staatssekretaer im Ministerium fuer den Handel mit dem Ausland Luxemburg Herr Jacques POOS Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Niederlande Herr Hans VAN MIERLO Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Frau Anneke van DOK van WEELE Staatssekretaerin fuer Wirtschaft Herr Michiel PATIJN Staatssekretaer fuer auswaertige Angelegenheiten Oesterreich Frau Brigitte EDERER Staatssekretaerin fuer europaeische Angelegenheiten Portugal Herr José Manuel DURÃO BARROSO Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Finnland Herr Paavo RANTANEN Minister fuer auswaertige Angelegenheiten Herr Pertti SALOLAINEN Stellvertretender Premierminister, Minister fuer Aussenhandel Herr Veli SUNDBAECK Staatssekretae ...
De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Frank VANDENBROUCKE Vice-Eerste Minister, Minister van Buitenlandse Zaken de heer Robert URBAIN Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Denemarken : de heer Niels HELVEG PETERSEN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Jorgen ØRSTRØM MØLLER Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Duitsland : de heer Klaus KINKEL Minister van Buitenlandse Zaken de heer Werner HOYER Staatsminister van Buitenlandse Zaken Griekenland : de heer Georges Alexandre MANGAKISPlaatsvervangend Minister van Buitenlandse Zaken de heer Athanassios THEODORAKIS Staatssecretaris van Gemeenschapszaken Spanje : de heer Javier SOLANA Minister van Buitenlandse Zaken de heer Carlos WESTENDORP Staatssecretaris voor de betrekkingen met de EG Frankrijk : de heer Alain JUPPE Minister van Buitenlandse Zaken de heer Alain LAMASSOURE Onderminister van Europese Zaken Ierland : de heer Dick SPRING Minister van Buitenlandse Zaken de heer Gay MITCHELL Onderminister, speciaal belast met Europese zaken Italië : de heer Emanuele SCAMMACCA Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken de heer Mario D'URSO Staatssecretaris van Buitenlandse Handel Luxemburg : de heer Jacques POOS Minister van Buitenlandse Zaken Nederland : de heer Hans van MIERLO Minister van Buitenlandse Zaken mevrouw Anneke van DOK van WEELEStaatssecretaris van Economische Zaken de heer Michiel PATIJN Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Oostenrijk : mevrouw Brigitte EDERER Staatssecretaris van Europese Zaken Portugal : de heer José Manuel DURÃO BARROSOMinister van Buitenlandse Zaken Finland : de heer Paavo RANTANEN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Pertti SALOLAINEN Vice-Eerste Minister, Minister van Buitenlandse Handel de heer Veli SUNDBÄCK Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Zweden : mevrouw Lena HJELM-WALLÉN Minister van Buitenlandse Zaken de heer Mats HELLSTROM Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Verenigd Kon ...