Aufgrund des in § 7 erwähnten Evaluationsberichts kann der König nach Stellungnahme des Instituts und des Ausschusses für den Schutz des Privatlebens durch einen im Ministerrat beratenen Erlass für bestimmte Kategorien die Datenspeicherungsfrist anpassen, ohne dass diese Frist achtzehn Monate überschreiten darf.
Naar aanleiding van het evaluatieverslag bedoeld in paragraaf 7, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van het Instituut en de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bewaringstermijn van de gegevens voor bepaalde categorieën van gegevens aanpassen, zonder een termijn van meer dan 18 maanden vast te leggen.