(3) Der Präsident des Berufungsgerichts oder der Präsident des Gerichts erster Instanz können den Richtern des Berufungsgerichts bzw. den Richtern des Gerichts erster Instanz in begründeten Fällen Urlaub gewähren.
3. De president van het Hof van beroep en de president van het Gerecht van eerste aanleg kunnen om geldige redenen verlof verlenen aan respectievelijk de rechters van het Hof van beroep of de rechters van het Gerecht van eerste aanleg.