(1) Mitgliedstaaten, die bei Inkrafttreten dieser Richtlinie – aus welchen Gründen auch immer – bereits Berechnungsmethoden zur Bestimmung von Energieeinsparungen anwenden, die den in Anhang IV beschriebenen Berechnungsarten ähneln, können der Kommission angemessen detaillierte Informationen darüber übermitteln.
1. De lidstaten die, ongeacht de reden, bij de inwerkingtreding van deze richtlijn voor het meten van energiebesparingen reeds gebruik maken van berekeningsmethoden die vergelijkbaar zijn met die van bijlage IV, kunnen bij de Commissie informatie indienen en daarbij, zo nodig, details verstrekken.