13. ist der Auffassung, dass die EU ihren Dialog mit ihren Nachbarn und mit den wichtigste
n Industrienationen weiter ausbauen sollte, um diese in die Bemühungen um Anpassung und Abhilfe einzubinden; schlägt vor, dass die EU die Anpassung an den Klimawandel weiter in ihre Regionalstrategien, insbesondere die Europäische Nachbarschaftspolitik, die Schwarzmeerstrategie die EU-Strategie für Zentralasien, den Aktionsplan für den Nahen Osten, die gemeinsame EU-Strategie für den Mittelmeerraum, das gemeinsame Umweltprogramm Euroclima zugunsten der Länder Lateinamerikas und die EU-Afrika-Strategie sowie die AKP-, ASEM- und Lateinamerikapolitik
...[+++]und in die Zusammenarbeit Europa-Mittelmeer und das Abkommen von Cotonou einbeziehen und dabei die für klimawandelbedingte Sicherheitsrisiken am stärksten anfälligen Regionen besonders beobachten sollte; 13. is van mening dat de EU de dialoog met haar buurlanden en de belangrijke industrielanden moet opvoeren teneinde deze landen te betrekken bij de aanpassings- en matigingsmaatregelen; stelt voor dat de EU d
e aanpassing aan de klimaatverandering verder integreert met haar regionale strategieën, met name het Europees nabuurschapsbeleid, de strategie voor het Zwarte Zeegebied, de strategie voor Centraal-Azië, het actieplan voor het Midden-Oosten, de gemeenschappelijke strategie van de EU voor het Middellandse Zeegebied, het gezamenlijk milieuprogramma Euroclima ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika en de strategie voor Afrika, ev
...[+++]enals in de Euromediterrane samenwerking en de Overeenkomst van Cotonou, waarbij speciale aandacht uitgaat naar de regio’s die het kwetsbaarst zijn voor de veiligheidsrisico’s die verband houden met de klimaatverandering;