(1) Wenn ein Zuchtverband oder ein Zuchtunternehmen ein gemäß Artikel 8 Absatz 3 genehmigtes Zuchtprogramm auch bei in einem anderen Mitgliedstaat gehaltenen Zuchttieren durchführen möchte als dem, in dem der Zuchtverband oder das Zuchtunternehmen gemäß
Artikel 4 Absatz 3 anerkannt wurde (in diesem Artikel im Folgenden „dieser andere Mitgliedstaat“), benachrichtigt der betreffende Zuchtverband oder das betreffende Zuchtunterne
hmen die zuständige Behörde, die den betreffenden Zuchtverband bzw.
...[+++]das betreffende Zuchtunternehmen gemäß Artikel 4 Absatz 3 anerkannt hat, von der beabsichtigten Ausdehnung seines geografischen Gebiets.1. Wanneer een stamboekvereniging of een fokkerijgroepering voornemens is een overeenkomstig artikel 8, lid 3, goedgekeurd fokprogramma ook uit te voere
n met fokdieren die worden gehouden in een andere lidstaat dan die waar de stamboekvereniging of fokkerijgroepering overeenkomstig artikel 4, lid 3, is erkend (voor de toepassing van dit artikel: „die andere lidstaat”), stelt die stamboekvereniging of fo
kkerijgroepering de bevoegde autoriteit die een stamboekvereniging of fokkerijgroepering overeenkomstig artikel 4, lid 3, heeft erkend
...[+++] in kennis van de voorgenomen uitbreiding van haar geografische gebied.