4.1. Lebende Fische werden in geeigneten Behältnissen mit sauberem Wasser, das die physiologischen Ansprüche der Fische hinsichtlich Temperatur und Sauerstoffgehalt erfüllt, transportiert.
4.1. Levende vis moet worden vervoerd in daartoe geschikte tanks met schoon water dat op het gebied van temperatuur en gehalte aan opgeloste zuurstof voldoet aan de fysiologische behoeften van de vis.