39. fordert den Rat und die Kommission auf, Schritte zu einem Abkommen über Visa-Erleichterungen für den Kosovo als Teil der Phase nach der Befriedung und entsprechend den Abkommen zu unternehmen, die derzeit mit seinen Nachbarländern ausgehandelt werden, wobei die besonderen Probleme im Zusammenhang mit dem Kosovo zu berücksichtigen sind, nämlich das Fehlen konsularischer Vertretungen vieler Mitgliedstaaten und die UNMIK-Pässe, die bislang benutzt werden;
39. roept de Raad en de Commissie ertoe op de inspanningen ten behoeve van een overeenkomst over visumverlening voor Kosovo voort te zetten, als onderdeel van de fase na een akkoord en overeenkomstig de richtsnoeren waarover momenteel wordt onderhandeld met de buurlanden, rekening houdend met de speciale problemen in Kosovo, te weten het ontbreken van consulaten van veel lidstaten en het gebruik, tot dusver, van UNMIK-paspoorten;
