Die vom Europäischen Gerichtshof nach Anrufung durch die Kommission am 5. November 2002 gefällten Urteile (Rechtssachen C-466-469/98, C-467/98, C468/98, C-469/98, C-472/98, C-475/98 und C-476/98) bedeuteten das Ende dieser Abkommen und trugen dazu bei, dass die Zuständigkeit der Union anerkannt wurde.
De arresten van 5 november 2002 van het Hof van Justitie (C-466-469/98, C-467/98, C468/98, C-469/98, C-472/98, C-475/98 en C-476/98), met betrekking tot door de Commissie aangespannen zaken, hebben een einde gesteld aan deze bilaterale overeenkomsten en hebben bijgedragen tot erkenning van de bevoegdheid van de Unie.