4. stellt fest, dass der Einsatz von Gewalt durch einen Staat gegen seine eigene Bevölkerung direkte Auswirkungen auf seine bilateralen Beziehungen mit der Europäischen Union haben muss; erinnert die Hohe Vertreterin der EU/Vizepräsidentin der Kommission daran, dass die EU über zahlreiche Instrumente – vom Einfrieren von Vermögenswerten über Reiseverbote bis hin zur Aussetzung der Entwicklungshilfe in bestimmten Sektoren – verfügt, um die Länder von solchen Aktionen abzuhalten; weist aber darauf hin, dass die Bevölkerung in keinem Fall von einer derartigen Überprüfung der bilateralen Beziehungen negativ betroffen sein sollte;
4. stelt dat een staat die geweld gebruikt tegen de eigen bevolking daarvan de rechtstreekse consequenties moet ondervinden in zijn bilaterale betrekkingen met de Europese Unie; herinnert de hoge vertegenwoordiger van de Unie / vicevoorzitter van de Commissie eraan dat de EU talloze instrumenten tot haar beschikking heeft om van dergelijk optreden af te schrikken, variërend van bevriezing van tegoeden of een reisverbod tot opschorting van ontwikkelingshulp in bepaalde geselecteerde sectoren; wijst er evenwel op dat de bevolking nooit nadeel mag ondervinden van een dergelijke herziening van de bilaterale betrekkingen;