Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aktivitäten in einem Tonstudio koordinieren
Anordnungen in einem Tonstudio geben
Antiangiös
Arbeit in einem Tonstudio koordinieren
Ausschlussfrist
Dublin-Verordnung
Forderung mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr
Leiter in einem Chemiewerk
Leiterin in einem Chemiewerk
Tätigkeiten in einem Tonstudio koordinieren
Verwirkungsfrist

Vertaling van "ausschlussfrist einem " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Urlaub wegen Ausübung eines Amtes in einem Sekretariat, im Büro für die allgemeine Koordinierung der Politik, in einem Büro für allgemeine Politik oder in einem ministeriellen Kabinett

verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid of bij een ministerieel kabinet




Aktivitäten in einem Tonstudio koordinieren | Arbeit in einem Tonstudio koordinieren | Anordnungen in einem Tonstudio geben | Tätigkeiten in einem Tonstudio koordinieren

aanwijzingen geven in een opnamestudio | werkzaamheden coördineren in een geluidsopnamestudio | activiteiten coördineren in een geluidsopnamestudio | geluidsopnamen coördineren


die Koordinierung zwischen Abteilungen in einem Gastbetrieb umsetzen | die Koordinierung zwischen Abteilungen in einem Gastgewerbebetrieb leiten | die Koordinierung zwischen Abteilungen in einem Gastbetrieb leiten | die Organisation der Abteilungen in einem Gastbetrieb leiten

verschillende ploegen in een horecagelegenheid op elkaar afstemmen | verschillende werkzaamheden in een horecagelegenheid op elkaar afstemmen | beheer van de coördinatie tussen afdelingen in een horecagelegenheid | ervoor zorgen dat verschillende afdelingen van een horecagelegenheid goed met elkaar samenwerken


Dublin-Verordnung | Verordnung (EG) Nr. 343/2003 des Rates vom 18. Februar 2003 zur Festlegung der Kriterien und Verfahren zur Bestimmung des Mitgliedstaats, der für die Prüfung eines von einem Drittstaatsangehörigen in einem Mitgliedstaat gestellten Asylantrags zuständig ist | Verordnung (EU) Nr. 604/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates zur Festlegung der Kriterien und Verfahren zur Bestimmung des Mitgliedstaats, der für die Prüfung eines von einem Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen in einem Mitgliedstaat gestellten A ...[+++]

Dublin-verordening | Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend | Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten word ...[+++]


Leiter in einem Chemiewerk | Leiter in einem Chemiewerk/Leiterin in einem Chemiewerk | Leiterin in einem Chemiewerk

manager chemische industrie | manager chemische fabriek | manager chemische installatie




Ausschlussfrist

aflooptermijn | tijdslimiet | vervaltermijn


Forderung mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr

vordering op ten hoogste één jaar


antiangiös | einem Engezustand/-gefüht entgegenwirkend

anti-angineus | wat beklemming tegengaat
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Im Gegensatz zur Klage eines Bauherrn, der mit einem Mangel konfrontiert ist, der die Festigkeit des Gebäudes nicht gefährdet, sei es ein sichtbarer Mangel, für den bei der Abnahme eine Bemerkung geäußert worden ist, oder ein verborgener Mangel, auf den die zehnjährige Ausschlussfrist im Sinne von Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches Anwendung findet, wobei diese Frist unterbrochen oder ausgesetzt werden kann, findet auf die Klage eines Bauherrn, der mit einem ernsthaften Mangel konfrontiert ist, der die Festigkeit des Gebäudes g ...[+++]

In tegenstelling tot de vordering van de opdrachtgever van bouwwerken die geconfronteerd wordt met een gebrek dat de stevigheid van het gebouw niet in gevaar brengt, zij het een zichtbaar gebrek waarvoor bij de oplevering voorbehoud werd gemaakt, dan wel een verborgen gebrek, waarop de verjaringstermijn van tien jaar, bepaald in artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, van toepassing is, termijn die kan worden gestuit of geschorst, is op de vordering van de opdrachtgever die geconfronteerd wordt met een ernstig gebrek dat de stevigheid van het gebouw in gevaar brengt, de vervaltermijn van tien jaar, bepaald in de artikelen 1792 ...[+++]


In der Auslegung des vorlegenden Richters sei in den Artikeln 1792 und 2270 des Zivilgesetzbuches eine vom allgemeinen Recht abweichende zehnjährige Ausschlussfrist für die Klage des Bauherrn, der mit einem ernsthaften Mangel konfrontiert sei, der die Festigkeit des Gebäudes gefährde, vorgesehen.

In de interpretatie van de verwijzende rechter voorzien de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek in een van het gemeen recht afwijkende, tienjarige vervaltermijn voor de rechtsvordering van de opdrachtgever van bouwwerken die geconfronteerd wordt met een ernstig gebrek dat de stevigheid van het gebouw in gevaar brengt.


Im Lichte der vorstehend dargelegten Ziele des Geschäftsmietgesetzes und des Wohnungsmietgesetzes werden die Rechte des Vermieters im Rahmen des Wohnungsmietgesetzes nicht unverhältnismäßig begrenzt durch das Fehlen einer Ausschlussfrist von einem Jahr für die Erhebung der Klage auf Zahlung der in B.5.2 angeführten Ausgleichsabfindung.

In het licht van de hiervoor uiteengezette doelstellingen van de Handelshuurwet en van de Woninghuurwet, worden de rechten van de verhuurder in het kader van de Woninghuurwet niet onevenredig beperkt door de ontstentenis van een vervaltermijn van één jaar voor het instellen van de rechtsvordering tot betaling van de in B.5.2 vermelde vergoeding.


Um einerseits die vorerwähnten Rechte in Bezug auf die Mietkontinuität zu gewährleisten und die Mieter wirksam gegen Missbräuche durch Vermieter zu schützen, und andererseits die Vermieter gegen eine zu lange Unsicherheit in Bezug auf Klagen auf Zahlung einer Ausgleichsabfindung zu schützen, hat der Gesetzgeber in seinem Bemühen um ein Gleichgewicht im Rahmen der Geschäftsmiete die in B.3.2 angeführte Ausgleichsabfindung mit einer Ausschlussfrist von einem Jahr für die Erhebung der Klage auf Zahlung dieser Ausgleichsabfindung verbunde ...[+++]

Om, enerzijds, de voormelde rechten inzake huurcontinuïteit te vrijwaren en de huurders effectief te beschermen tegen misbruiken door verhuurders en om, anderzijds, de verhuurders te beschermen tegen een te lange onzekerheid over de rechtsvorderingen tot betaling van een vergoeding, heeft de wetgever in zijn streven naar een evenwicht in het kader van de handelshuur de in B.3.2 vermelde vergoeding gekoppeld aan een vervaltermijn van één jaar voor het instellen van de rechtsvordering tot betaling van die vergoeding.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Verstößt Artikel 318 § 2 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es den Verwandten eines Ehemannes unmöglich macht, die rechtliche Abstammung eines Kindes dieses Ehemannes anzufechten, in Anbetracht des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach seinem Tod oder von einem Jahr nach der Geburt, während die Ausschlussfrist von einem Jahr für de ...[+++]

« Schendt artikel 318 § 2 2de lid van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de bloedverwanten van een echtgenoot onmogelijk maakt om op te komen tegen de juridische afstamming van een kind van deze echtgenoot, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar na zijn overlijden of één jaar na de geboorte, daar waar de vervaltermijn van één jaar in hoofde van de echtgenoot pas begint te lopen na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader is van het kind, nu :


Der zweite Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoß durch die Artikel 4.8.19 und 4.8.20 des Flämischen Raumordnungskodex, ersetzt durch die angefochtene Bestimmung, gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den allgemeinen Grundsätzen der geordneten Rechtspflege, insbesondere das Recht auf gerichtliches Gehör, das Recht auf eine wirksame Beschwerde, das Recht der Verteidigung und das Recht auf Waffengleichheit, mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 144, 145, 160 und 161 der Verfassung, indem die Ausschlussfrist ...[+++]

Het tweede middel is afgeleid uit de schending door de artikelen 4.8.19 en 4.8.20 van de VCRO, zoals vervangen bij de bestreden bepaling, van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de algemene beginselen van een behoorlijke rechtsbedeling, meer bepaald het recht op toegang tot een rechter, het recht op daadwerkelijke rechtshulp, het recht van verdediging en het recht op wapengelijkheid, met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 144, 145, 160 en 161 van de Grondwet, doordat de vervaltermijn van vijftien dagen waarbinnen de betrokkenen, in over ...[+++]


Verstößt Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es der Mutter unmöglich macht, angesichts des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach der Geburt, die rechtliche Abstammung ihres Kindes hinsichtlich ihres Ehemannes anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da

Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de moeder onmogelijk maakt, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar sinds de geboorte, om op te komen tegen de juridische afstamming van haar kind ten aanzien van haar echtgenoot en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu :


Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es der Mutter unmöglich macht, angesichts des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach der Geburt, die rechtliche Abstammung ihres Kindes hinsichtlich ihres Ehemannes anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da

Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de moeder onmogelijk maakt, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar sinds de geboorte, om op te komen tegen de juridische afstamming van haar kind ten aanzien van haar echtgenoot en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu :


Obwohl der Gesetzgeber dem Ehegatten der Mutter nicht die Möglichkeit zur Anfechtung der Vaterschaft vollständig vorenthalten wollte, hat er somit den Willen ausgedrückt, die Rechtssicherheit hinsichtlich der Familienbeziehungen und das Interesse des Kindes als vorrangig zu betrachten und hat er folglich in Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches eine feste Ausschlussfrist von einem Jahr für das Einreichen einer Klage auf Anfechtung der Vaterschaft vorgesehen.

Hoewel de wetgever aan de echtgenoot van de moeder de mogelijkheid tot betwisting van het vaderschap niet volledig heeft willen verhinderen, heeft hij aldus de wil geuit de rechtszekerheid omtrent de familiale relaties en het belang van het kind als prioritair te beschouwen en heeft hij bijgevolg in artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek voorzien in een vaste vervaltermijn van één jaar voor het instellen van een vordering tot betwisting van het vaderschap.


Die Flämische Regierung sei hingegen der Ansicht, dass der durch den Verweisungsrichter vorgenommene Unterschied nicht bestehe, da die im zweiten Satz des obengenannten Artikels auferlegte Ausschlussfrist absolut nichts mit den in Kapitel IV angegebenen Rechten der Verteidigung zu tun habe. Die präjudizielle Frage müsse denn auch der Flämischen Regierung zufolge auf die Frage reduziert werden, ob das Auferlegen einer Ausschlussfrist an sich zu einem diskriminierenden Unterschied führen würde.

De Vlaamse Regering daarentegen is van mening dat het door de verwijzende rechter gemaakte onderscheid niet bestaat, aangezien de door de tweede zin van voormeld artikel 6 opgelegde vervaltermijn volstrekt vreemd is aan de in hoofdstuk IV vermelde rechten van verdediging. De prejudiciële vraag zou volgens de Vlaamse Regering dan ook moeten worden verfijnd tot de vraag of het opleggen van een vervaltermijn op zich tot een discriminatoir onderscheid zou leiden.


w