(1) Im Hinblick auf die Benennung der Mitglieder des Ausschusses für Humanarzneimittel, des Ausschusses für pflanzliche Arzneimittel und des Ausschusses für Tierarzneimittel schlägt jeder Mitgliedstaat für jeden Ausschuss fünf Personen vor, die aufgrund ihrer Aufgabe und Erfahrung bei der Beurteilung von Human- bzw. Tierarzneimitteln ausgewählt werden.
1. Elke lidstaat draagt, met het oog op de benoeming van de leden van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, het Comité voor geneesmiddelen op basis van planten en het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, voor elk van de comités vijf personen voor, die worden gekozen op grond van hun werkzaamheden en ervaring ter zake van de beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk dan wel diergeneeskundig gebruik.