3
. würdigt die bestehenden Mobilitätsprogramme und regionalen Projekte der EU und bekräftigt, dass insbesondere die an junge Menschen gerichteten EU-Programme sich hinsichtlich der Erweiterung der allgemeinen und beruflichen Bildungsmöglichkeiten für die
Jugend beträchtlich ausgewirkt haben; betont, dass der Austausch bzw. die Zusammenarbeit in den Bereichen Kultur und Bildung die Zivilgesellschaft stärken, die Demokratisierung voranbringen und die Verständigung zwischen Völkern fördern kann; fordert deshalb die Mitgliedstaaten auf,
...[+++] nach Möglichkeit den besten Studenten aus ENP-Ländern Zugang zu einem Studium oder einer Ausbildung und einem Studienstipendium in der EU zu gewähren; 3. waardeert de huidige EU-programma's voor mobiliteit en regionale projecten, en bevestigt dat in het bijzonder de opleidingskansen voor jongeren aanzienlijk verbeterd zijn dankzij de EU-programma's voor jonge mensen; onderstreept dat uitwisselingen en samenwerking op cultureel en onderwijsgebied het maatschappelijk middenveld kunnen versterken, de democratisering in de hand kunnen werken en het wederzijds begrip tussen volkeren kunnen stimuleren; verzoekt de lidstaten daarom – voor zover
mogelijk – de beste studenten uit partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid toegang te verschaffen tot onderwijs en opleidingen en hen in aa
...[+++]nmerking te laten komen voor beurzen waarmee zij in de EU kunnen studeren;