b) in Beständen zur Erzeugung von zertifiziertem Saatgut von Hybridsorten von Gossypium hirsutum und/oder Gossypium barbadense müssen sowohl die samentragende Komponente als auch die Pollenelternlinie mindestens 99,5 v.H. sortenrein sein, wenn fünf v.H. oder mehr samentragende Pflanzen pollenempfangende Blüten haben.
b) In gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad van hybriderassen van Gossypium hirsutum en/of Gossypium barbadense, moet de minimale raszuiverheid van zowel de zaaddragende ouderlijn als de stuifmeelouderlijn 99,5 % bedragen wanneer 5 % of meer van de zaaddragende planten kan worden bevrucht.