32. verurteilt frühere Beispiele von Praktiken, bei denen gegenüber Ländern eine „Business-as-usual“-Haltung eingenommen wurde, deren Wahlverfahren durch die Wahlbeobachtungsmissionen der EU erheblich kritisiert wurden, bedauert andererseits, dass demokratische Wahlen nicht in jedem Fall von der EU als legitim anerkannt werden, und ist der Ansicht, dass diese Widersprüchlichkeiten die zerbrechliche Demokratie in diesen Ländern und den Ruf der EU untergräbt;
32. veroordeelt gevallen uit het verleden waarbij na ernstige kritiek van een verkiezingswaarnemingsmissie op het verkiezingsproces in een land, ten aanzien van dat land een houding van "business as usual" werd aangenomen; betreurt aan de andere kant dat democratische verkiezingen niet altijd door de EU worden gelegitimeerd en gelooft dat deze inconsistenties het fragiele idee van democratie in de desbetreffende landen ondermijnt en het imago van de EU schade berokkent;