Vertaling van "aufgehoben zuständigen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Muster für eine Vereinbarung zwischen den zuständigen Behörden | Muster für eine Vereinbarung zwischen den zuständigen Behörden von [Staat A] und [Staat B] über den automatischen Austausch von Informationen über Finanzkonten zur Förderung der Steuerehrlichkeit | Mustervereinbarung - CAA
model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten

aufgehobene Brut
oppakbroed

aufgehobene Mittelbindungen | Aufhebung | freigegebene Mittel
vrijmaking

Antrag auf Bestimmung des zuständigen Gerichts
verzoek tot regeling van rechtsgebied

Bescheinigung der zuständigen Behörden
verklaring van de bevoegde autoriteiten

Abkommen über die Bestimmung des für die Prüfung eines Asylantrags zuständigen Staates
overeenkomst met betrekking tot de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek

Bestimmung des zuständigen Gerichts
regeling van rechtsgebied

mit dem für optische Anzeigen zuständigen Personal zusammenarbeiten
samenwerken met de juiste medewerkers om etalages te maken

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Art. 4 - Sind aufgehoben: 1. der Erlass der Regierung vom 15. Juni 2011 zur Ernennung einer Vertreterin des Ministeriums im Arbeitskreis für Vermittlung und Leiharbeitsvermittlung; 2. der Erlasses der Regierung vom 8. Dezember 2011 zur Ernennung eines Vertreters einer repräsentativen Arbeitnehmerorganisation in den Arbeitskreis für Vermittlung und Leiharbeitsvermittlung; 3. der Erlass der Regierung vom 16. Oktober 2014 zur Bestellung von Frau Ingrid Inselberger, Beraterin, als Vertreterin der für Beschäftigung zuständigen Ministerin im Arbeitskreis für Vermittlung und Leiharbeitsvermittlung.
Art. 4. Opgeheven worden : 1° het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot aanwijzing van een vertegenwoordigster van het Ministerie in het Platform voor Arbeidsbemiddeling en Uitzendbemiddeling; 2° het besluit van de Regering van 8 december 2011 tot aanwijzing van een vertegenwoordiger van één van de representatieve werknemersorganisaties in het Platform voor Arbeidsbemiddeling en Uitzendbemiddeling; 3° het besluit van de Regering van 16 oktober 2014 tot aanwijzing van Mevr. Ingrid Inselberger, adviseur, als vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Werkgelegenheid in het Platform voor Arbeidsbemiddeling en Uitzendbemiddeling.

Dokumente, die bei der ersten Prüfung nicht freigegeben wurden oder deren Kennzeichnung nicht aufgehoben wurde, sind regelmäßig und mindestens alle fünf Jahre erneut zu prüfen. Das Verfahren der Aufhebung der Kennzeichnung kann, abgesehen von den Dokumenten, die sich in den gesicherten Archiven im gesicherten Bereich befinden und gebührend eingestuft sind, auch sonstige vertrauliche Informationen betreffen, die sich entweder bei dem parlamentarischen Organ bzw. Amt oder der für die historischen Archive des Parlaments zuständigen Dienststelle befinden.
Naast de documenten die zich daadwerkelijk in de beveiligde archieven in de beveiligde zone bevinden en naar behoren zijn gerubriceerd, kan het demarkeringsproces ook betrekking hebben op andere vertrouwelijke informatie die bij het parlementair orgaan/ambt bewaard wordt dan wel in de dienst die de historische archieven van het Parlement beheert.

Die in Artikel 17 des Gesetzes vorgesehenen Sanktionen sind der Entzug oder die einstweilige Aufhebung der Genehmigung oder der Zulassung durch den zuständigen Minister sowie der Entzug der Identifikationskarte im Sinne von Artikel 8 § 3; die Strafen, die in Artikel 18 des Gesetzes vorgesehen waren, wurden durch das vorerwähnte Gesetz vom 28. April 2010 aufgehoben, wodurch die Verstöße gegen das Gesetz vom 10. April 1990 nur noch Gegenstand von Verwaltungssanktionen sein können.
De in artikel 17 van de wet bedoelde sancties zijn de intrekking of de schorsing, door de bevoegde minister, van de vergunning of erkenning en de intrekking van de identificatiekaart bedoeld in artikel 8, § 3; de straffen waarin artikel 18 van de wet voorzag, werden opgeheven bij de voormelde wet van 28 april 2010, waardoor de inbreuken op de wet van 10 april 1990 enkel nog het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties.

27. betont, dass der Reformprozess im Bereich der Gedanken-, Gewissens- und Religionsfreiheit fortgesetzt werden muss, indem Religionsgemeinschaften die Möglichkeit erhalten, Rechtspersönlichkeit zu erlangen, sämtliche Einschränkungen bei der Ausbildung, der Ernennung, dem rechtmäßigen Aufenthalt und der Nachfolge von Geistlichen aufgehoben werden und für eine entsprechende Umsetzung der einschlägigen Urteile des EGMR und der Empfehlungen der Venedig-Kommission gesorgt wird; betont in diesem Zusammenhang, dass der Dialog mit der alevitischen Gemeinschaft gefördert werden muss, die Cem-Häuser als Stätten der Religionsausübung anerkannt werden müssen, die Wiedereröffnung des griechisch-orthodoxen Seminars von Chalki gestattet werden und alle Hindernisse für einen reibungslosen Seminarbetrieb beseitigt werden müssen und die offizielle Verwendung des Kirchentitels des Ökumenischen Patriarchen gestattet werden muss; fordert die zuständigen türkischen Behörden auf, alle offenen Fragen im Zusammenhang mit der Landrückgabe an das Kloster Mor Gabriel und mit anderen Gebietsansprüchen der syrisch-orthodoxen Kirche zu klären; weist darauf hin, dass die Empfehlungen der Venedig-Kommission zu Imbros und Tenedos hinsichtlich des Schutzes von Eigentums- und Bildungsrechten in geeigneter Form umgesetzt werden müssen; betont, dass das Recht auf unterschiedliche Lebensstile – ob laizistisch oder glaubensbasiert – in Einklang mit den Werten der EU in vollem Umfang zu achten und die Trennung von Staat und Religion aufrechtzuerhalten ist; betont, dass die Rechte von Minderheiten geschützt werden müssen; drückt sein Bedauern darüber aus, dass es nichtmuslimischen gemeinnützigen Stiftungen seit der Abschaffung des bis dahin geltenden Gesetzes vor zwei Jahren und aufgrund des bestehenden rechtlichen Vakuums nicht mehr möglich ist, ihre Leitungsgremien zu wählen;
27. benadrukt dat het van belang is het hervormingsproces op het gebied van de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst voort te zetten door religieuze gemeenschappen in staat te stellen rechtspersoonlijkheid te verwerven, door alle restricties ten aanzien van de opleiding, benoeming, legaal verblijf en opvolging van geestelijken weg te nemen, en door te voldoen aan alle desbetreffende arresten van het EHRM en de aanbevelingen van de commissie van Venetië; benadrukt in dit verband de noodzaak om een dialoog met de alevitische gemeenschap te bevorderen en de Cem-huizen als gebedsplaatsen te erkennen, om de heropening van het Grieks-orthodoxe Halki-seminarie toe te staan en om alle obstakels voor een goede werking van het seminarie weg te nemen, en om het officiële gebruik van de kerkelijke titel van de oecumenische patriarch toe te staan; verzoekt de Turkse autoriteiten om alle openstaande vraagstukken in verband met de teruggave van land aan het Mor Gabriël-klooster en andere landaanspraken van de Syrisch-orthodoxe kerk af te handelen; herinnert eraan dat het van belang is om de aanbevelingen van de Commissie van Venetië inzake Imvros en Tenedos met betrekking tot de bescherming van eigendom en het recht op onderwijs ten uitvoer te leggen; onderstreept de noodzaak om het recht op verschillende levensstijlen, zowel seculier als religieus, volledig te respecteren overeenkomstig de waarden van de EU, en om de scheiding tussen religie en staat te handhaven; onderstreept dat het belangrijk is om de rechten van minderheden te beschermen; betreurt dat niet-islamitische liefdadigheidsinstellingen als gevolg van de afschaffing van de vorige wet twee jaar geleden en het bestaande rechtsvacuüm, niet de mogelijkheid hebben hun eigen bestuursorgaan te kiezen;

Art. 3 - Der Erlass der Wallonischen Regierung vom 17. Januar 2013 zur Bestimmung der zuständigen Behörde im Sinne von Artikel 1, § 2 der Verordnung (EG) Nr. 885/2006 der Kommission vom 21. Juni 2006 wird aufgehoben.
Art. 3. Het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013 tot aanwijzing van de bevoegde autoriteit in de zin van artikel 1, § 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 wordt opgeheven.

16. bekräftigt, dass im Zusammenhang mit Fischereidaten, die aus Forschungsprojekten stammen, eine vertretbare Frist für die Veröffentlichung der Studien durch die zuständigen Forscher gesetzt werden muss; betont, dass diese Bedingung im Einklang mit der Initiative „Horizont 2020“ durch ein Moratorium für die Veröffentlichung aufgehoben werden kann; betont weiterhin, dass die Überlassung der Daten so schnell wie möglich, also binnen höchstens drei Jahren erfolgen muss, damit die Daten nicht veralten und ihre Bereitstellung möglichst viel Nutzen bringt;
16. pleit ervoor om, voor visserijgegevens die zijn verkregen in het kader van onderzoeksprojecten, een redelijke termijn vast te stellen waarbinnen de verantwoordelijke onderzoekers de respectieve studies moeten publiceren; verklaart dat, zoals vermeld in het Horizon 2020-initiatief, een eind kan worden gemaakt aan deze beperking door een moratorium in te stellen om de publicatie mogelijk te maken; is voorts van mening dat de gegevensoverdracht zo snel mogelijk moet plaatsvinden en dat het moratorium daarom niet langer dan drie jaar mag duren, om te voorkomen dat de gegevens niet langer relevant zijn en om maximaal voordeel te halen uit het feit dat zij toegankelijk worden gemaakt;

Sobald der Plan oder das Programm angenommen oder beschlossen worden ist, oder sobald er bzw. es nicht mehr abgelehnt oder aufgehoben werden kann in dem Falle, wo er bzw. es der Billigung der Regierung unterworfen wird oder von dieser aufgehoben werden kann, sendet die mit der Annahme oder dem Beschluss des Plans oder Programms beauftragte Behörde oder ihr Vertreter den zuständigen Behörden der Region, des Mitgliedstaats der Europäischen Union bzw. des dem Ubereinkommen von Espoo angehörenden Staats eine Kopie folgender Unterlagen zu:
Zodra het plan of programma wordt aangenomen of vastgesteld of, wanneer het ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd of door laatstgenoemde vernietigd kan worden, zodra het niet meer vatbaar is voor een weigering of vernietiging, stuurt de overheid die het plan of programma moet aannemen of vastleggen of haar afgevaardigde naar de bevoegde autoriteiten van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de staat die verdragsluitende partij is van het Verdrag van Espoo, een afschrift van :

Hat zweitens – abgesehen davon, dass die Geschäftsordnung des Europäischen Parlaments keine Überprüfung der Beschlüsse des Parlaments durch den zuständigen Ausschuss vorsieht (was letzten Endes Aufgabe des Gerichtshofs wäre) – das Parlament einmal die Immunität eines Mitglieds in einem bestimmten Fall aufgehoben, hat das Mitglied keine Immunität mehr, die in diesem Fall aufgehoben werden kann.
In de tweede plaats – afgezien van het feit dat het Reglement er niet in voorziet dat de bevoegde commissie besluiten van het Parlement herziet omdat dat nu juist de rol van het HvJ EU is – beschikt een lid niet langer over een op te heffen immuniteit als het Parlement die immuniteit in het kader van die bepaalde zaak reeds heeft opgeheven.

Art. 4 - Der Erlass der Regierung vom 18. Mai 2006 zur Bezeichnung der Mitglieder des für die Beamten des Ministeriums zuständigen Widerspruchsausschusses und der Erlass der Regierung vom 19. April 2007 zur Bezeichnung des Vorsitzenden und der Ersatzmitglieder des für die Beamten des Ministeriums zuständigen Widerspruchsausschusses bei Disziplinarverfahren sind aufgehoben.
Art. 4. Het besluit van de Regering van 18 mei 2006 houdende aanwijzing van de leden van de Commissie van beroep bevoegd voor de ambtenaren van het Ministerie en het besluit van de Regering van 19 april 2007 houdende aanwijzing van de voorzitter en van de plaatsvervangende leden van de Commissie van beroep bevoegd voor de ambtenaren van het Ministerie bij tuchtprocedure worden opgeheven.