Vertaling van "auffassung generalanwältin bleiben personen " (Duits → Nederlands) :

In der Praxis würden die ministeriell internierten Personen nach Auffassung der klagenden Parteien auch nach dem Ende ihrer ursprünglichen Strafdauer interniert bleiben und dürften sie das Gefängnis nur unter den Bedingungen verlassen, die die Gesellschaftsschutzkommission festlege, während im Gesetz vom 21. April 2007 über die Internierung von Personen mit Geistesstörung (nachstehend: Internierungsgesetz 2007), das jedoch nie in Kraft getreten sei, festgelegt worden sei, dass diese Personen nach Ablauf ihrer Freiheitsstrafe hätten freigelassen werden müssen oder dass die Staatsanwaltschaft so hätte handeln müssen, wie es durch das Gesetz vom 26. Juni 1990 über den Schutz der Person des Geisteskranken vorgeschrieben sei.
In de praktijk zouden de ministerieel geïnterneerden, volgens de verzoekende partijen, ook na het einde van hun oorspronkelijke straftijd geïnterneerd blijven en zouden zij de gevangenis slechts mogen verlaten onder de voorwaarden die de commissie tot bescherming van de maatschappij bepaalt, terwijl de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (hierna : de Interneringswet 2007), die evenwel nooit in werking is getreden, stelde dat die personen na afloop van hun vrijheidsstraf dienden te worden vrijgelaten of dat het openbaar ministerie diende te handelen zoals vereist door de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.

Nach Auffassung der Generalanwältin bleiben Personen, die berechtigt sind, den Schutz der UNRWA in Anspruch zu nehmen, von dieser Möglichkeit tatsächlich aber keinen Gebrauch gemacht haben, im Schutzbereich des Genfer Abkommens.
De advocaat-generaal benadrukt dat personen die recht hebben op bescherming van het UNRWA maar deze mogelijkheid niet daadwerkelijk hebben benut, onder het Verdrag van Genève blijven vallen.

116. ist beunruhigt darüber, dass wegen der Wirtschaftskrise viele Menschen ihre Wohnung verloren haben; vertritt die Auffassung, dass Obdachlose Teil der Gesellschaft bleiben müssen und Maßnahmen dagegen zu treffen sind, dass Obdachlose isoliert und an den Rand gedrängt werden; appelliert in diesem Zusammenhang an die Mitgliedstaaten, ehrgeizige Maßnahmen zur Unterstützung dieser Personen zu beschließen; erinnert daran, dass Obdachlose schutzbedürftig sind; bekräftigt seine Aufforderung an die Mitgliedstaaten, davon Abstand zu nehmen, dass sie Obdachlose als Deliktstäter stigmatisieren; fordert die Mitgliedstaaten auf, sämtliche Gesetze und politischen Maßnahmen, mit denen Obdachlose als Deliktstäter dargestellt werden, aufzuheben; fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Strategien zur Eindämmung der Obdachlosigkeit in ihrem Hoheitsgebiet auszuarbeiten; fordert die Kommission auf, die Mitgliedstaaten durch die Erleichterung des Austauschs bewährter Praktiken und genauer Datenerhebung bei ihrer Aufgabe zu unterstützen, die Obdachlosigkeit zu bekämpfen; fordert die Kommission auf, die Menschenrechtsverletzungen in den Mitgliedstaaten zu überwachen, die sich aus der Obdachlosigkeit ergeben; erinnert daran, dass das Recht auf eine Unterstützung bei der Wohnraumbeschaffung für die Ärmsten in der Gesellschaft in der Charta der Grundrechte verankert ist;
116. is ongerust over het aantal personen dat als gevolg van de economische crisis zijn woning heeft verloren; is van mening dat daklozen deel moeten blijven uitmaken van de maatschappij en daarom hun isolement en marginalisering moet worden bestreden; roept in dit kader de lidstaten op om een ambitieus beleid voor steunverlening aan deze personen vast te stellen; herinnert eraan dat daklozen kwetsbaar zijn en herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om deze personen niet te stigmatiseren als misdadigers; vraagt de lidstaten elke wet of elk beleid in die zin te schrappen; verzoekt de lidstaten nationale strategieën uit te werken ter bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; verzoekt de Commissie de lidstaten te steunen bij de bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied, en wel door middel van het bevorderen van de uitwisseling van goede praktijken en goede gegevensverzameling; verzoekt de Commissie toezicht te houden op mensenrechtenschendingen in de lidstaten die het gevolg zijn van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; herinnert eraan dat het recht op bijstand bij huisvesting voor de meest hulpbehoevenden is opgenomen in het Handvest van de grondrechten;

115. ist beunruhigt darüber, dass wegen der Wirtschaftskrise viele Menschen ihre Wohnung verloren haben; vertritt die Auffassung, dass Obdachlose Teil der Gesellschaft bleiben müssen und Maßnahmen dagegen zu treffen sind, dass Obdachlose isoliert und an den Rand gedrängt werden; appelliert in diesem Zusammenhang an die Mitgliedstaaten, ehrgeizige Maßnahmen zur Unterstützung dieser Personen zu beschließen; erinnert daran, dass Obdachlose schutzbedürftig sind; bekräftigt seine Aufforderung an die Mitgliedstaaten, davon Abstand zu nehmen, dass sie Obdachlose als Deliktstäter stigmatisieren; fordert die Mitgliedstaaten auf, sämtliche Gesetze und politischen Maßnahmen, mit denen Obdachlose als Deliktstäter dargestellt werden, aufzuheben; fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Strategien zur Eindämmung der Obdachlosigkeit in ihrem Hoheitsgebiet auszuarbeiten; erinnert daran, dass das Recht auf eine Unterstützung bei der Wohnraumbeschaffung für die Ärmsten in der Gesellschaft in der Charta der Grundrechte verankert ist;
115. is ongerust over het aantal personen dat als gevolg van de economische crisis zijn woning heeft verloren; is van mening dat daklozen deel moeten blijven uitmaken van de maatschappij en daarom hun isolement en marginalisering moet worden bestreden; roept in dit kader de lidstaten op om een ambitieus beleid voor steunverlening aan deze personen vast te stellen; herinnert eraan dat daklozen kwetsbaar zijn en herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om deze personen niet te stigmatiseren als misdadigers; vraagt de lidstaten elke wet of elk beleid in die zin te schrappen; verzoekt de lidstaten nationale strategieën uit te werken ter bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; herinnert eraan dat het recht op bijstand bij huisvesting voor de meest hulpbehoevenden is opgenomen in het Handvest van de grondrechten;

22. ist der Auffassung, was die Bekämpfung der sozialen Ausgrenzung und Armut anbelangt, dass die Bemühungen weiterhin mit der Europäischen Sozialagenda übereinstimmen sowie im Rahmen der neuen Methode der offenen Koordinierung bleiben müssen, was zu verbesserten Politiken und Strukturen führen muss, um die Schwierigkeiten junger Menschen und benachteiligter Personen wie der Behinderten, der älteren Menschen und der legalen Einwanderer zu beheben;
22. is in verband met de bestrijding van sociale uitsluiting en armoede van mening dat de inspanningen moeten blijven aansluiten bij de Europese sociale agenda en de nieuwe open coördinatiemethode, hetgeen moet leiden tot betere beleidsvormen en structuren om de problemen op te lossen van jongeren en minder bevoorrechten zoals gehandicapten, ouderen en legale immigranten;

26. begrüßt den Vorschlag der Kommission zur Vereinfachung und Modernisierung der Verordnung über die Sozialschutzsysteme; erwartet jedoch von der Kommission einen ehrgeizigeren Vorschlag für eine umfassende Revision der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71, um die tatsächliche Freizügigkeit von Arbeitnehmern und Bürgern im allgemeinen sicherzustellen, wobei besonderer Wert auf die Übertragbarkeit ihrer Rechte zu legen ist, damit die ihnen im Rahmen der einzelnen einzelstaatlichen Rechtsvorschriften zustehenden Rechte gewahrt bleiben; schlägt vor, EURES zu einem europäischen Arbeitsvermittlungsdienst weiterzuentwickeln; ist der Auffassung, daß alle Hindernisse innerhalb der Sozialversicherungssysteme, die Beschäftigungsmöglichkeiten einschränken, beseitigt werden müssen, und fordert die Kommission auf, unverzüglich Vorschläge zur Änderung der Richtlinie über die Anerkennung von beruflichen Befähigungsnachweisen, einschließlich der Befähigungsnachweise von Behinderten, und zur Neuformulierung der Richtlinien über das Aufenthaltsrecht vorzulegen, die die Mobilität von Personen auf dem Binnenmarkt fördern und die bürokratischen Formalitäten auf ein Mindestmaß reduzieren mit dem Ziel, die Beschäftigungsmöglichkeiten im Rahmen des Grundsatzes der Freizügigkeit zu erleichtern;
26. verwelkomt het voorstel van de Commissie om de verordening inzake de algemene socialezekerheidsstelsels te vereenvoudigen en te moderniseren; verwacht echter dat de Commissie een meer ambitieus voorstel inzake een algemene herziening van verordening 1408/71 indient teneinde een daadwerkelijk vrij verkeer van werknemers en van burgers in het algemeen te waarborgen, en met name de overdraagbaarheid van hun rechten zodat de rechten uit hoofde van de nationale wetgevingen blijven gehandhaafd; stelt voor EURES uit te bouwen tot een Europese werkgelegenheidsdienst; is van opvatting dat alle obstakels die door socialezekerheidsstelsels worden opgeworpen en die de arbeidsmogelijkheden beperken, uit de weg moeten worden geruimd en verzoekt de Commissie onverwijld voorstellen in te dienen tot wijziging van de richtlijn inzake de erkenning van beroepsopleidingen, waaronder de opleidingen voor gehandicapten, en herformulering van de richtlijnen betreffende het verblijfsrecht, teneinde de mobiliteit in de interne markt te bevorderen en de bureaucratische formaliteiten tot een minimum te beperken met als doel de werkgelegenheidskansen (inzetbaarheid) te vergroten in het kader van het vrije verkeer van personen;