Es wird bemängelt, dass die angefochtenen Bestimmungen die Anwendung der Gesamtheit der Bestimmungen des Dekrets vom 9. Juli 2010 auf die Aufbewahrung des « lebenden Archivs » der Provinzen und der Gemeinden bezüglich der föderalen Angelegenheiten im Sinne von Artikel 6 § 1 VIII Absatz 1 Nr. 1 dritter, vierter und fünfter Gedankenstrich des Sondergesetzes vom 8. August 1980 und von Artikel 6 § 1 VIII Absatz 2 desselben Gesetzes ermöglichten.
Aan de bestreden bepalingen wordt verweten dat ze het mogelijk maken om alle bepalingen van het decreet van 9 juli 2010 toe te passen op de bewaring van het « levend archief » van de provincies en de gemeenten dat betrekking heeft op de in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 1°, derde, vierde en vijfde streepje, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 en in artikel 6, § 1, VIII, tweede lid, van dezelfde wet bedoelde federale aangelegenheden.