Die Einsetzung, die nur die Ausübung der Funktionen mit sich bringt, die mit dem höheren Dienstgrad, in den das Personalmitglied eingesetzt wird, verbunden sind, ohne dass es den statutarischen Regeln unterstellt wird, die sich aus dem Umstand, dass es diesem Dienstgrad angehört, ergeben, stellte eine relevante Massnahme angesichts der Zielsetzung des Gesetzgebers dar, die darin bestand, ein Gleichgewicht zwischen der Anzahl Kommissare, die aus der Gerichtspolizei stammen, und der Anzahl derjenigen aus den Uberwachungs- und Fahndungsbrigaden herzustellen (B.33.3).
De aanstelling die enkel de uitoefening meebrengt van de functies die verbonden zijn aan de hogere graad waarin het personeelslid wordt aangesteld, zonder dat het wordt onderworpen aan de statutaire regels die voortvloeien uit het feit dat het tot die graad behoort, vormde een relevante maatregel ten aanzien van de doelstelling van de wetgever die erin bestond een evenwicht tot stand te brengen tussen het aantal commissarissen die afkomstig zijn van de gerechtelijke politie en die van de BOB (B.33.3).
