Unter Berücksichtigung des Umfangs des Risikos der Anwendun
g des Verfahrens zu anderen Zwecken als den dafür vorgesehenen erfordern die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den in den Fragen genannten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen, nicht, dass die Sozialhilf
e, die zur Behebung ihrer Nöte den Asylbewerbern
bewilligt wird, die nach der Anweisung zum V ...[+++]erlassen des Staatsgebiets (gegen die Entscheidung, die der Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose in Anwendung von Artikel 63/3 des Gesetzes gefällt hat oder gegen die Entscheidung des Ständigen Widerspruchsausschusses für Flüchtlinge) eine Klage beim Staatsrat einreichen, auch den Personen bewilligt wird, die eine Anweisung zum Verlassen des Staatsgebiets erhalten haben, die endgültig geworden ist, sei es weil kein Rechtsmittel eingelegt wurde, sei es weil die Rechtsmittel gegen diese Anweisung ausgeschöpft sind, und die vor den ordentlichen belgischen Gerichten einen Antrag auf Anerkennung ihrer Staatenlosigkeit gestellt haben, welcher noch nicht Gegenstand einer rechtskräftigen Entscheidung war. Rekening houdend met de omvang
van het risico van aanwending van de procedures voor andere doeleinden dan die waarvoor ze bestemd zijn, eisen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de grondwets- en verdragsbepalingen die in de vragen zijn bedoeld, niet dat de maatschappelijke dienstverlening die aan de kandidaat-vluchtelingen wordt toegekend, teneinde in hun noden te voorzien, die na het bevel om het grondgebied te verlaten een beroep voor de Raad van State instellen (tegen de beslissing die de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen met toepassing van artikel 63/3 van de wet heeft genomen of
...[+++]tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen), ook wordt toegekend aan de personen die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen dat definitief is geworden, ofwel omdat geen beroep werd ingesteld, ofwel omdat de rechtsmiddelen tegen dat bevel zijn uitgeput, en die voor de rechtbanken van de Belgische rechterlijke orde een vordering hebben ingesteld tot erkenning als staatloze, vordering die nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een in kracht van gewijsde gegane beslissing.