Vertaling van "anteil gap am mfr 2014–2020 lässt " (Duits → Nederlands) :

Der Anteil der GAP am MFR 2014–2020 lässt sich wie folgt aufschlüsseln: 312,7 Mrd. EUR (29 %) sind für sogenannte marktbezogene Ausgaben und Direktbeihilfen (Säule 1) vorgesehen, 95,6 Mrd. EUR (9 %) für die Entwicklung des ländlichen Raums (Säule 2).
In het MFK 2014-2020 zal het GLB de volgende aandelen hebben: 312,7 miljard EUR, of 29%, voor marktgerelateerde uitgaven en directe steun (eerste pijler), en 95,6 miljard EUR, of 9%, voor plattelandsontwikkeling (tweede pijler).

C. in der Erwägung, dass der EU-Haushalt seinen Zweck nicht erfüllen kann, wenn seine Solidität, Gerechtigkeit und Glaubwürdigkeit infrage gestellt werden; in der Erwägung, dass es unbedingt erforderlich ist, allen Verpflichtungen im Zusammenhang mit dem mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) 2014–2020 vollständig nachzukommen und eine Reihe von Problemen, die in den vergangenen Jahren aufgetreten sind (insbesondere die beispiellose Menge an Rechnungen, die zum Jahresende 2014 noch unbezahlt sind), unverzüglich zu lösen; in der Erwägung, dass diese Anhäufung unbezahlter Rechnungen zu Verzögerungen bei der Durchführung von Programmen und Fonds der EU führt, was in erster Linie negative Auswirkungen für die europäischen Bürger hat; in der Erwägung, dass eine Verzögerung bei Zahlungen im Rahmen der Strukturfonds ebenso die Frage der Einführung von Zinsen für die Zahlungsverzögerungen aufwirft, da die regionalen und lokalen Gebietskörperschaften auf die Finanzmärkte zurückzugreifen müssen, um den Anteil der Europäischen Union vorzufinanzieren; betont, dass die Aufhebung von Mittelbindungen keine Lösung für die Zahlungskrise ist; bekräftigt, dass gemäß Artikel 310 AEUV der Haushaltsplan der EU in Einnahmen und Ausgaben auszugleichen ist;
C. overwegende dat de EU-begroting haar doelstellingen niet kan verwezenlijken indien haar soliditeit, integriteit en geloofwaardigheid in twijfel worden getrokken; overwegende dat alle verplichtingen die deel uitmaken van het meerjarig financieel kader 2014-2020 volledig moeten worden nagekomen en dat een aantal problemen die zich de afgelopen jaren hebben opgestapeld, met name het ongekende aantal onbetaalde facturen aan het eind van 2014, onverwijld moeten worden opgelost; overwegende dat het groeiende aantal onbetaalde facturen tot vertragingen in de tenuitvoerlegging van programma’s en Europese fondsen leidt, waar in de eerste plaats de Europese burgers onder te lijden hebben; overwegende dat de structurele betalingsachterstand bovendien de vraag oproept of een rente voor betalingsachterstand moet worden ingevoerd, aangezien lokale overheden het door de Europese Unie betaalde aandeel vooraf moeten financieren door zich tot de financiële markten te wenden; benadrukt dat annulering ervan geen oplossing voor de betalingscrisis is; herinnert eraan dat artikel 310 VWEU voorschrijft dat de ontvangsten en uitgaven op de EU-begroting in evenwicht moeten zijn;

Dazu ist es jedoch erforderlich, dass im Herbst 2013 eine Einigung zwischen den Organen über den mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) 2014-2020 sowie über die Reform der GAP erzielt wird, damit die Rechtsgrundlagen für die reformierte GAP am 1. Januar 2014 in Kraft treten können.
Hiertoe moeten de instellingen evenwel in het najaar van 2013 overeenstemming bereiken over het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 en over de hervorming van het GLB opdat de rechtsgronden voor het hervormde GLB op 1 januari 2014 in werking kunnen treden.

60. ruft die Mitgliedstaaten daher auf, ihren einzelstaatlichen Beitrag auf Basis des Bruttonationaleinkommens (BNE) zum Haushalt der EU nicht als Anpassungsvariable ihrer Konsolidierungsbemühungen zu betrachten, und nicht den Versuch zu unternehmen, entgegen ihrer auf höchster Ebene gegebenen politischen Zusagen das Volumen der wachstumsfördernden Ausgaben im Haushalt der EU künstlich zu kürzen; ist sich jedoch der Tatsache bewusst, dass eine wirtschaftliche Spannung zwischen der Notwendigkeit der kurzfristigen Konsolidierung der Staatshaushalte einerseits und einer möglichen Anhebung der auf dem Bruttonationaleinkommen (BNE) basierenden Beiträge einiger Mitgliedstaaten andererseits besteht, die durch eine Erhöhung der Zahlungen im EU-Haushalt verursacht würde; wiederholt daher seine nachdrückliche Forderung nach einer Reform des Haushalts der EU – die bei der Aushandlung des MFR 2014–2020 vereinbart werden sollte –, in deren Rahmen der Anteil der auf dem BNE basierenden Beitragszahlungen an den Haushalt der EU bis zum Jahr 2020 auf 40 % gesenkt wird, womit ein Beitrag zu den Konsolidierungsbemühungen der Mitgliedstaaten geleistet würde;
60. verzoekt daarom de lidstaten om hun bni-bijdrage aan de EU-begroting niet als een aanpassingsvariabele in hun consolidatie-inspanningen te beschouwen en er evenmin naar te streven om – in tegenstelling tot de politieke toezeggingen die zij op het hoogste niveau hebben gedaan – de omvang van de groeibevorderende uitgaven uit de EU-begroting kunstmatig te verlagen; is zich evenwel bewust van de economische spanning tussen de noodzaak van consolidering van de overheidsfinanciën op korte termijn en een potentiële verhoging van de op het bni gebaseerde bijdrage van sommige lidstaten als gevolg van een verhoging van het betalingsniveau in de EU-begroting; herhaalt daarom zijn luide roep om hervorming van de financiering van de EU-begroting – waarover in de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-202 een akkoord moet worden bereikt – door het aandeel van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten in de EU-begroting tot 2020 terug te brengen tot 40% en daarmee een bijdrage te leveren aan hun consolidatie-inspanningen;

8. ruft die Mitgliedstaaten daher auf, ihren einzelstaatlichen Beitrag auf Basis des Bruttonationaleinkommens (BNE) zum Haushalt der EU nicht als Anpassungsvariable ihrer Konsolidierungsbemühungen zu betrachten, und nicht den Versuch zu unternehmen, entgegen ihrer auf höchster Ebene gegebenen politischen Zusagen das Volumen der wachstumsfördernden Ausgaben im Haushalt der EU künstlich zu kürzen; ist sich jedoch der Tatsache bewusst, dass eine wirtschaftliche Spannung zwischen der Notwendigkeit der kurzfristigen Konsolidierung der Staatshaushalte einerseits und einer möglichen Anhebung der auf dem Bruttonationaleinkommen (BNE) basierenden Beiträge einiger Mitgliedstaaten andererseits besteht, die durch eine Erhöhung der Zahlungen im EU-Haushalt verursacht würde; wiederholt daher seine nachdrückliche Forderung nach einer Reform des Haushalts der EU – die bei der Aushandlung des MFR 2014–2020 vereinbart werden sollte –, in deren Rahmen der Anteil der auf dem BNE basierenden Beitragszahlungen an den Haushalt der EU bis zum Jahr 2020 auf 40 % gesenkt wird, womit ein Beitrag zu den Konsolidierungsbemühungen der Mitgliedstaaten geleistet würde;
8. verzoekt daarom de lidstaten om hun bni-bijdrage aan de EU-begroting niet als een aanpassingsvariabele in hun consolidatie-inspanningen te beschouwen en er evenmin naar te streven om – in tegenstelling tot de politieke toezeggingen die zij op het hoogste niveau hebben gedaan – de omvang van de groeibevorderende uitgaven uit de EU-begroting kunstmatig te verlagen; is zich evenwel bewust van de economische spanning tussen de noodzaak van consolidering van de overheidsfinanciën op korte termijn en een potentiële verhoging van de op het bni gebaseerde bijdrage van sommige lidstaten als gevolg van een verhoging van het betalingsniveau in de EU-begroting; herhaalt daarom zijn luide roep om hervorming van de financiering van de EU-begroting – waarover in de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-202 een akkoord moet worden bereikt – door het aandeel van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten in de EU-begroting tot 2020 terug te brengen tot 40% en daarmee een bijdrage te leveren aan hun consolidatie-inspanningen;

(16a) Für den MFR 2014-2020 sollten die für das ITER-Projekt zweckbestimmten Mittel für den gesamten Programmplanungszeitraum festgelegt werden, so dass jede Überschreitung der Kosten über den Anteil der EU von 6,6 Milliarden EUR für die bis voraussichtlich 2020 dauernde Bauphase von ITER hinaus außerhalb der Obergrenzen des MFR finanziert werden sollte („Deckelung“).
(16 bis) Voor het MFK 2014-2020 moeten de voor het ITER-project bestemde kredieten voor de gehele programmaperiode worden vastgesteld, zodat alle meerkosten boven het EU-aandeel van EUR 6,6 mia. ten behoeve van de bouw van ITER, die volgens de huidige planning in 2020 voltooid dient te zijn, buiten de MFK-plafonds moeten worden gefinancierd (“afscherming”);

Allerdings hoben sie hervor, dass jeglicher Fortschritt bei der GAP-Reform an eine Einigung auf der nächsten Tagung des Europäischen Rates über den mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) für den Zeitraum 2014-2020 geknüpft sei.
Zij wezen er evenwel op dat eventuele vorderingen bij de GLB-hervormingen slechts mogelijk zijn wanneer tijdens de volgende Europese Raad overeenstemming over het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2014-2020 wordt bereikt.

In Bezug auf die Vertagung des Beschlusses über den mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) 2014-2020 unterstrichen einige Delegationen, dass der für die Entwicklung des ländlichen Raums vor­gesehene Anteil des Haushaltsplans unverändert bleiben müsse.
Gezien het uitstel van het besluit over het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 benadrukten sommige delegaties dat het voor plattelandsontwikkeling bestemde aandeel in de begroting dient te worden behouden.