Vertaling van "anteil erwerbsfähigen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter | Personen im erwerbsfähigen Alter
bevolking in de beroepsgeschikte leeftijd | bevolking in de werkende leeftijd | bevolking van 15-64 jaar

attributabler Anteil | bevölkerungsattributabler Risikoanteil | der Exposition zuschreibbarer Anteil | zuschreibbarer Anteil | zuschreibbarer Risikoanteil für die gesamte Bevölkerung
attributieve proportie | attributieve proportie bij de geëxponeerden | populatie-attributieve proportie

Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter [ Mindestalter für die Arbeitsaufnahme ]
bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd [ minimumleeftijd ]

Aktie ohne Nennwert | Anteil | Einlage-Anteil | nennwertlose Aktie | Quotenaktie | Stückaktie
aandeel zonder nominale waarde | deelbewijs | maatschappelijk aandeel)

Anteil am gemeinschaftlichen Immobilienbestand
aandeel in gemeenschappelijke onroerende bestanddelen

Anteil
aandeel

ungeteilte Anteile
onverdeelde aandelen

Anteil von Zerkleinerungsgraden in Zigaretten bestimmen
percentage snijafmeting in sigaretten bepalen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Schaubild 6: Mobilitätsquote nach Mitgliedstaat und Dauer des Aufenthalts, 2013 Quelle: „Key Features“, GD EMPL; Anmerkung: Die Mobilitätsquote ist der prozentuale Anteil der 2013 in einem anderen Mitgliedstaat lebenden Bürger im erwerbsfähigen Alter an der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter im Land der Staatsangehörigkeit.
Figuur 6: Mobiliteitspercentage uitgesplitst naar lidstaat en naar het aantal jaren verblijf in een ander land, 2013 Bron: "Key Features", DG EMPL. Opmerkingen: Het mobiliteitspercentage is het aantal burgers in de werkende leeftijd die in 2013 in een andere lidstaat woonden, als percentage van de beroepsbevolking van het land van herkomst.

12 - Erwerbsquote – EU Anteil der Erwerbstätigen und Erwerbslosen an der Gesamtzahl der Personen im erwerbsfähigen Alter 15 - 64.
12 – Arbeidsparticipatiegraad – EU Aandeel van de werkende en werkloze personen in de totale beroepsgeschikte bevolking (15-64)

In Europa wird zwischen 2013 und 2020 der Anteil der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter (15-64) voraussichtlich um 7,5 Mio (-2,2 %) zurückgehen, während er in allen OECD-Staaten zusammen in demselben Verhältnis wachsen wird.
In Europa zal het aantal mensen in de beroepsgeschikte leeftijd (15-64) tussen 2013 en 2020 naar verwachting dalen met 7,5 miljoen (-2,2 %), terwijl het in de OESO-landen als geheel met hetzelfde percentage zal stijgen.

Ihre Hauptmotivation, von der Freizügigkeit Gebrauch zu machen, liegt in der Arbeit, gefolgt von familiären Beweggründen. Im Jahr 2012 waren mehr als drei Viertel (78 %) aller EU-Bürger/-innen, die in einem anderen EU-Land lebten (also der sogenannten mobilen EU-Bürger/-innen), im erwerbsfähigen Alter (15-64 Jahre); dem gegenüber stand ein Anteil von etwa 66 % bei den Staatsangehörigen der Aufnahmemitgliedstaaten.
Van alle EU-burgers die in 2012 in een ander EU-land woonden ("mobiele EU-burgers"), behoorde meer dan driekwart (78 %) tot de bevolking in de werkende leeftijd (15-64 jaar), in vergelijking met circa 66 % van de eigen onderdanen.

Hinzu kommen eine alternde Bevölkerung und ein sinkender Anteil von Menschen im erwerbsfähigen Alter; all diese Faktoren stellen die Nachhaltigkeit und Angemessenheit der nationalen Sozialsysteme auf die Probe.
Die gaan samen met het probleem van de vergrijzing en een kleinere beroepsbevolking, wat de duurzaamheid en geschiktheid van de nationale sociale stelsels op de proef stelt.

Die Roma stellen einen steigenden Anteil der erwerbsfähigen Bevölkerung dar: Ihr Durchschnittsalter liegt bei 25 Jahren, wohingegen die EU-Bürger im Schnitt 40 Jahre alt sind.
De Roma maken een steeds groter deel uit van de bevolking in de werkende leeftijd: hun gemiddelde leeftijd is 25 jaar, terwijl het EU-gemiddelde 40 jaar is.

Der durchschnittliche Anteil der Erwachsenen im erwerbsfähigen Alter (Altersgruppe 25—64 Jahre) in der Europäischen Union, die am lebensbegleitenden Lernen teilnehmen, sollte mindestens 12,5 % betragen.
gemiddeld neemt in de Europese Unie ten minste 12,5 % van de volwassenen in de werkende leeftijd (leeftijdsgroep 25-64-jarigen) deel aan levenslang leren.

Einerseits muss Europa sich dem Problem einer alternden Bevölkerung stellen, das langfristig zu einer starken Schrumpfung der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter bei gleichzeitigem Anstieg des Anteils der Rentner führen wird.
Enerzijds vergrijst de bevolking van Europa, wat op lange termijn tot een aanzienlijke inkrimping van de bevolking in de werkende leeftijd en een toename van het percentage gepensioneerden zal leiden.

Die Disparitäten bei den Beschäftigungsquoten in der Union sind erneut (sehr leicht) zurückgegangen, was zum Teil auf ein relativ hohes Beschäftigungswachstum in Spanien zurückzuführen ist, wo der Anteil der Beschäftigten an der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter unter dem Durchschnitt liegt.
De verschillen in werkgelegenheid blijven in de Unie (heel licht) afnemen. Deze ontwikkeling is ten dele toe te schrijven aan de betrekkelijk grote stijging van de werkgelegenheid in Spanje, waar de arbeidsparticipatie beneden het gemiddelde ligt.

Ein grobes Maß für den Erfolg bei der Schaffung von Arbeitsplätzen liefert der Anteil der Beschäftigten an der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter - die sogenannte Beschäftigungsquote.
Een eenvoudig criterium voor het meten van het succes dat de economieën hebben bij het zorgen voor arbeid voor hun burgers, is de verhouding tussen de werkgelegenheid en de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd: de participatiegraad.