(2) Jede Person, die sich nach Maßgabe von Artikel 6 Absatz 1, Artikel 7 Absatz 1, Artikel 10 Absatz 2 und Artikel 13 Absätze
1 und 3 äußert oder anschließend der Kommission in de
mselben Verfahren weitere Informationen vorlegt, macht in
nerhalb der von der Kommission gesetzten Äußerungsfrist die ihrer Ansicht nach vertraulichen Informationen unter Angabe von Gründen
kenntlich und legt ...[+++]eine nicht vertrauliche Fassung vor.
2. Degenen die overeenkomstig artikel 6, lid 1, artikel 7, lid 1, artikel 10, lid 2, en artikel 13, leden 1 en 3, hun standpunt kenbaar maken of later in dezelfde procedure aan de Commissie nadere informatie verstrekken, geven met opgave van redenen duidelijk aan welke elementen zij als vertrouwelijk beschouwen, en verstrekken de Commissie binnen de door haar vastgestelde termijn om hun standpunten kenbaar te maken een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie.