In der präjudiziellen Frage wird der Hof gebeten, die f
ragliche Bestimmung anhand der Artikel 10 und 11 der Verfassung sowie anhand des Artikels 16 derselben, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention ein
erseits und mit dem Grundsatz der Nichtrückwirkung, dem Verhältnismässigkeitsgrundsatz, dem Rechtssicherheitsgrundsatz, dem Grundsatz des Vorrangs des Rechts und dem Grundsatz des Rechts auf ein faires Verfahren
...[+++] andererseits zu prüfen.
In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de in het geding zijnde bepaling te toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, alsook aan artikel 16 ervan, al dan niet in samenhang gelezen, enerzijds, met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag en, anderzijds, met het beginsel van niet-retroactiviteit, het evenredigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het beginsel van de voorrang van het recht en het beginsel van het recht op een eerlijk proces.