13. fordert die Mitgliedstaaten auf, die Ausbildu
ngsmindestdauer für Angehörige der Gesundheitsberufe, insbesondere für Krankenpfleger und Hebammen, zu überprüfen und die Ausbildungsmindestanforderungen so auszugestalten, dass sie den komplexen beruflichen Anforderungen im Gesundheitswesen ent
sprechen; vertritt jedoch die Ansicht, das
s Ausbildungszeiten alleine keine hinreichende Gewähr für eine umfassende Praxistauglichkeit bieten, und dass praxisnahe Lehrzeiten ebenfall
...[+++]s berücksichtigt werden sollten;
13. moedigt de lidstaten ertoe aan de minimumduur van de beroepsopleiding van gezondheidswerkers, en met name verpleegkundigen en verloskundigen, te herzien en te verbeteren, en de minimale opleidingsvereisten aan te passen zodat zij aan complexe gezondheidszorgbehoeften voldoen; is echter van mening dat de opleidingsduur op zich geen voldoende garantie is voor de geschiktheid om een beroep uit te oefenen, en dat ook in aanmerking moet worden genomen hoe lang iemand een beroep heeft uitgeoefend;